Kungfufilms moeten vooral aan één criterium voldoen: goede martial arts. Of dat nou in ongewapende duels, zwaardgevechten of trainingen naar voren komt. De rest, zoals een goed verhaal, interessante karakters of sterke dialogen, zijn mooi meegenomen, maar wegen minder zwaar dan in andere genres. Zulke factoren maken, hoe minimaal ook ingezet, toch het verschil tussen een onderhoudende kungfufilm en een slechte. Zonder een noemenswaardig verhaal of boeiende personages moeten de gevechten wel héél imposant zijn wil het voor de kijker de moeite waard zijn de rest van de film te doorstaan. Kung Fu Panda, de geanimeerde ode aan oude kungfufilms uit de jaren zeventig biedt gelukkig genoeg allround entertainment om anderhalf uur flink te onderhouden.
Het verhaal is typerend voor dergelijke films, maar tegelijk ook vrij modern en westers. Po, een panda die in het noedelrestaurant van zijn vader werkt, droomt ervan een kungfuheld te zijn. Net als de door hem geadoreerde legendarische Furious Five, die onder meester Shifu bovenop de berg trainen. Dan voorspelt meester Oogway, de meester van Shifu, dat hun oude en gevreesde vijand Tai Lung, een sneeuwluipaard, terug zal keren om wraak te nemen. Oogway kiest Po uit als de Dragon Warrior die het dorp in de vallei en de tempel op de berg moet beschermen tegen de gevaarlijk goed in kungfu bedreven sneeuwluipaard. De rest laat zich raden. Origineel is het allerminst, maar bevredigend wel.
Is het onwaarschijnlijk dat een dikke, lome pandabeer bedreven raakt in kungfu? Misschien, maar iedereen die ooit een film met de flexibele, razendsnelle doch flink gezette Sammo Hung heeft gezien weet dat het niet onrealistisch is. En zodra eenmaal de juiste trainingsmethode is gevonden door meester Shifu kan hij ook van een panda een vechtmachine maken met bijbehorende vechtstijl. In zijn geval de beerstijl aangezien alle leden van de Furious Five martial-artsstijlen hanteren die overeenkomen met hun diersoort: kraanvogel, bidsprinkhaan, aap, slang en tijger. Bij het animeren van deze verschillende vechtstijlen hebben de makers duidelijk onderzoek gedaan hoe deze stijlen weergegeven moesten worden, met een aantal spectaculaire vechtscènes als resultaat.
Natuurlijk, als echte mensen dergelijke bewegingen maken is het imposanter, maar dat neemt niet weg dat ook met de computer geanimeerde gevechten zeer vermakelijk kunnen zijn om naar te kijken. Ook prettig is dat de aanwezige humor een stuk minder geforceerd is dan in DreamWorks 3D-animatiefilms als Shark Tale en Madagascar. Bij deze voorgangers werd het verhaaltje nog rond een aantal flauwe grappen geschreven, maar dit keer komen de grappen rechtstreeks voort uit het verhaal en de karakters. Wel zijn er net als in die films onnodig veel sterren aangetrokken om drie tot vijf regels tekst in te spreken zonder dat ze iets toevoegen.
Jack Black daarentegen is perfect gecast in de hoofdrol. Verander kungfu in rock-n-roll en je hebt zo ongeveer het levensverhaal van Black en zijn band Tenacious D, en de humor van de panda sluit aan bij die van de stevige komiek. Ian McShane (vooral bekend als pooier/kroegbaas/meestermanipulator Al Swearengen uit de serie Deadwood) slaagt er ondertussen in om maximale dreiging en veel boosaardig plezier in de dialogen van schurk Tai Lung te leggen. Elke keer dat Tai Lung het woord neemt is het genieten geblazen.