Het stop-lossbeleid van het Amerikaanse leger houdt in dat soldaten die hun diensttijd hebben uitgediend, onvrijwillig toch in dienst blijven. Stop-loss is een film waarin sergeant Brandon King na een diensttour in Irak tegen zijn wil in wordt teruggestuurd naar het front. Maar eigenlijk is het vooral een film waarin regisseuse Kimberly Peirce het machismo van het Amerikaanse leger ontleedt. Daarbij wil ze ook nog eens én kritiek op het Amerikaanse beleid én lof op de soldatenmentaliteit geven, wat dan weer een vrij vlak, veilig resultaat oplevert.
In wezen verschillen de grote Amerikaanse films over de huidige oorlog in Irak en de gevolgen daarvan weinig van die over de oorlog in Vietnam uit de jaren zeventig en tachtig. Tenminste, in de beeldvorming over de soldaat als een eerbare man die gelooft dat hij zijn plicht voor zijn land doet, een hel meemaakt aan de andere kant van de wereld, gedesillusioneerd terugkeert en vervolgens genaaid wordt door de overheid die hem, zo denk hij inmiddels, onder valse voorwendselen dan wel op de verkeerde manier in de strijd heeft ingezet.
Brandon King is precies zon soldaat. Hij tekende na 11 september 2001 voor het leger om iets terug te kunnen doen en in Irak leidde hij zijn troep zo goed als hij dat kon door de chaos en ellende. Eenmaal terug in Texas met zijn legervrienden denkt hij ermee klaar te zijn, maar dankzij stop-loss moet hij terug. Hij weigert, ontsnapt met behulp van de vrouw van zijn beste vriend en slaat op de vlucht, op zoek naar een senator die hem bij thuiskomst hulp beloofd had. Maar politici zijn, zoals in films over oorlogsveteranen bijna altijd, onbetrouwbaar en onbehulpzaam.
King komt er na terugkeer, zoals velen voor hem, ook achter dat hij en zijn legermaten niet echt meer binnen de samenleving passen. Zijn beste vriend Steve Shriver graaft de eerste nacht thuis een schuttersput in zijn voortuin en kruipt daar met alleen zijn onderbroek en geweer in, en kameraad Tommy schiet de ochtend na zijn bruiloft al zijn trouwgeschenken aan flarden. Brandon zelf reageert erg gewelddadig op diefstal en duikt een leeg zwembad in omdat hij denkt een medesoldaat van de verdrinkingsdood te redden. Hij komt met zijn eigen legerjack in zijn handen weer naar boven alsof het zijn beste vriend is, totdat hij ziet wat hij vasthoudt.
De tragiek van de soldaat die terugkeert van een oorlog en door zijn ervaringen niet meer kan functioneren in de samenleving die hij dacht te beschermen met zijn oorlogsdaden, heeft heel interessante en dramatische films opgeleverd. Stop-loss is daar niet één van. De behandeling van het onderwerp is bekend en eerder beter gedaan. Hoofdrolspeler Ryan Philippe heeft niet genoeg in huis om van zijn personage een echt boeiend figuur te maken. Channing Tatum doet meer met zijn fysiek en uitstraling, terwijl Joseph Gordon-Levitt het uiterste haalt uit een matig rolletje.
Wél interessant is hoe regisseuse Peirce de machomannen keer op keer reduceert tot huilebalken die toegeven geen raad meer te weten met hun leven. Waardoor juist één scène bijzonder wordt. In een militair ziekenhuis zien we hoe een jongeman, die na een veldslag in een steegje in Falluja zonder benen, met één arm en blind verder door het leven moet, de schijn ophoudt tegenover King dat hij helemaal niet ongelukkig is. Methodeacteur Victor Rajduk steelt met dit kleine rolletje niet alleen de scène, maar ook de film.