Son of Rambow
Recensie

Son of Rambow (2007)

Twee jochies worden gek op Rambo en maken hun eigen film.

in Recensies
Leestijd: 2 min 33 sec
Regie: Garth Jennings | Cast: Bill Milner (Will Proudfoot), Will Poulter (Lee Carter), Jessica Stevenson (Mary Proudfoot), Ed Westwick (Lawrence Carter), Jules Sitruk (Didier Revol) | Speelduur: 96 minuten | Jaar: 2007

Als recensent hoor je een aantal aspecten van films min of meer objectief te beoordelen en deze mee te nemen in je beoordeling. Klopt het verhaal, wordt er goed geacteerd, is het interessant gefilmd: alles kun je apart analyseren en beoordelen om vervolgens een net sommetje te maken van alle elementen. Maar eigenlijk gebruik je die methode alleen als je niet al een uitgesproken mening had gevormd tijdens het kijken. Het gebeurt vaak genoeg dat een film in principe technisch goed in elkaar zit, maar dat hij niets voor je doet. En soms is er een film waarvan je wel inziet dat het verhaal onevenwichtig is, waarvan sommige elementen gewoonweg niet werken of waarvan het einde eigenlijk veel te zoet is… maar die je toch zo leuk vindt dat je geen zin hebt om te zeuren.

Son of Rambow gaat over twee jongetjes in de periode van hun leven waarin alles nog kan. Will Proudfoot is een klein jochie dat uiterst religieus wordt opgevoed: als er op school een instructievideo wordt getoond moet hij van zijn moeder op de gang gaan zitten, waar hij braaf zijn tijd vult met het maken van fantasierijke tekeningen. Lee Carter is zijn tegenpool, een wildebras en pestkop die ook vaak op de gang belandt, maar dan om heel andere redenen. Maar ook hij heeft creatieve impulsen: hij wil meedoen aan een wedstrijd voor jonge filmmakers en ziet in Will een prima stuntman, lees slachtoffer. Maar als hij Will een illegale kopie van First Blood toont wordt het kleine, brave jongetje een volwaardige partner en ondernemen ze samen het grote avontuur: de film Son of Rambow over de vechtlustige zoon van Rambo die zijn vader uit de jungle moet bevrijden.

Eigenlijk heeft de film binnen de film dezelfde problemen als de film zelf: beide hebben een sentimenteel verhaal, de wetten van de natuurkunde lijken van scène tot scène te veranderen en er zijn karikaturale, overbodige bijpersonages. Maar het is een uitdaging om bij de vertoning van de film binnen de film niet te schateren en het is even lastig om niet vertederd te lachen om deze onschuldige, soms onhandige maar ook vaak ontroerende film. Het is een coming-of-ageverhaal, over hoe sterk vriendschappen op jonge leeftijd kunnen zijn.

Bovenal begrijpen de makers hoe invloedrijk films kunnen zijn, vooral als je jong bent. First Blood kwam uit in 1982, toen schrijver-regisseur Garth Jennings tien jaar was, en het is heel makkelijk je voor te stellen dat hij de film op zijn eigen ervaring heeft gebaseerd. Wellicht heeft hij zelf ook keer op keer in het donker gezeten, kijkend naar de stoere acties van Sylvester Stallone. Wellicht heeft hij ook scènes nagespeeld, zich verkleed en zich de verloren zoon van Rambo gewaand. In ieder geval heeft hij de vaardigheid tot verwondering en fantasie van kinderen prima weten te vangen en wellicht is het wel passend dat het resultaat niet echt geraffineerd is.