Polanski beschrijft in The Pianist de ontberingen van Szpilman (Adrien Brody) tijdens de Duitse bezetting van Warschau in de Tweede Wereldoorlog. Wanneer de Duitsers Polen binnenvallen en Warschau bombarderen, is Szpilman voor de Poolse radio een stuk van Chopin aan het spelen. Het gebouw van de radio krijgt een voltreffer wat Szpilman abrupt tot een werkloze pianist maakt. De timing van de Duitse inval is bijzonder ongunstig, want de kennismaking met een blonde vrouwelijke bewonderaar (en tevens cellospeelster) kan zich door het oorlogsgeweld niet ontwikkelen tot iets moois. Enkele jaren later kruisen Szpilman en Dorota (Emilia Fox) in benauwde omstandigheden weer elkaars pad. De knappe Dorota is inmiddels getrouwd en zwanger.
Vanaf het moment dat de Duitse laarzen Warschau binnenmarcheren, wordt de Joden het leven steeds ondraaglijker gemaakt. Het begint met pesterijen en de verplichting een armband met de davidsster te dragen en uiteindelijk worden 500.000 Joden op elkaar gepropt in een getto. Szpilman wordt pianist in een eetgelegenheid in het getto. Zijn bekendheid (hij is een Poolse beroemdheid) sleept hem door tal van hachelijke situaties. Wanneer duizenden Joden, inclusief Szpilman en zijn familie, op het punt staan op de trein te worden gezet richting het vernietigingskamp Treblinka, redt een Joodse politieman zijn hachje omdat hij hem herkent. Voor Szpilman begint dan een leven van dwangarbeid en onderduiken, waarbij hij een ware kat met negen levens blijkt te zijn. Hij ontsnapt enkele keren ternauwernood aan de dood, die rondom hem welig tiert.
De willekeur en het sadisme van de Duitse duivels zijn huiveringwekkend. Zo is de familie Szpilman er getuige van hoe een gezin aan de overkant van de straat wordt uitgemoord. Een oude man wordt, met rolstoel en al, van het balkon gekieperd. The Pianist bevat tal van dit soort harde scenes. De film vertoont dan ook overeenkomsten met een ander meesterwerk over de Holocaust: Schindlers's List. Persoonlijk vind ik Schindler's List net iets beter dan The Pianist, de griezel Amon Goeth (Ralph Fiennes) is onvergetelijk. In The Pianist heeft Roman Polanski ook zijn eigen oorlogservaringen verwerkt. Hij overleefde het getto van Krakau en verloor, net als Szpilman, zijn complete familie.
Door het Poolse verzet is Szpilman ondergebracht in een verlaten flatje dat grenst aan het getto. Hij is er getuige van de heldhaftige Joodse opstand en het hardhandige einde dat de Duitsers eraan maken. Een buurvrouw ontdekt de onderduiker, waarop de opgejaagde Szpilman halsoverkop moet vluchten naar een ander adres. Daar treft hij de zwangere Dorota en haar man. Ze helpen hem en wanneer Szpilman op een bepaald moment geelzucht blijkt te hebben, nemen ze het risico er een dokter bij te halen. Wanneer de Russen Warschau naderen en het appartement van Szpilman wordt verwoest, begint een dramatische tocht door de koude en kapotgeschoten stad. Met name de honger die de uitgemergelde Spilman lijdt, is indringend in beeld gebracht. Je voelt je als kijker bijna bezwaard dat je in een comfortabele huiskamer zit, met een biertje en een bak chips binnen handbereik. Adrien Brody, die met zijn grote gok een rasechte Jood lijkt, speelt de rol van zijn leven. Brody viel 14 kilo af door zes weken lang te ontbijten met twee eieren en een kopje groene thee, een lunch te gebruiken van een klein geroosterd kippetje en 's avonds slechts een visje en gestoomde groenten te eten. Het leverde hem een Oscar op in de categorie beste mannelijke hoofdrol. De Pianist kreeg nog twee Oscars: beste regie en beste aangepaste scenario.
Een van de meest bijzondere scenes in The Pianist is, wanneer Szpilman een stukje moet spelen voor een hoge Duitse officier (Thomas Kretschmann) die hem bij toeval ontdekt als hij een blik augurken probeert open te bikken. Szpilman denkt uiteraard dat zijn laatste uurtje heeft geslagen en speelt, na een onwennig begin, zo virtuoos dat je er kippenvel van krijgt. Szpilman heeft geluk. De Duitser is een good guy en bezorgt hem voedsel en zelfs een blikopener. De overjas die de officier hem schenkt, wordt Szpilman bij de bevrijding van Warschau nog bijna fataal. Hij wordt aangezien voor een Duitser en beschoten door Poolse partizanen. Het zou wel heel wrang geweest zijn als Szpilman, na alle ontberingen en geluk, op het laatste moment nog door zijn eigen mensen om zeep was geholpen