Rémy ligt, met een onbenoemde vorm van kanker, uit te razen in een overvol ziekenhuis in Montreal. Hij gaat dood en hij weet het; maar dan niet zonder iedereen nog eens haarfijn uit te leggen wat er allemaal verkeerd is in de wereld, hoe dom en wreed en oppervlakkig de mens, en zeker in deze tijden! Rémys ex-vrouw hoort het, zuchtend, allemaal voor de zoveelste keer aan. Zijn zoon, die met zijn verloofde uit Londen is komen overvliegen, kan ook de wind van voren krijgen. De zakelijk ingestelde Sébastien en levensgenieter Rémy zijn elkaars tegenpolen: waar de laatste zijn hele leven achter de vrouwen aanzat en een antikapitalist bleef, is zijn zoon vooral goed in geld verdienen, en heeft hij zijn studie en zijn partner gekozen omdat ze hem verzekeren van een stabiel leven.
Hoewel Sébastien allesbehalve gediend is van Rémys eeuwige kritiek op zijn levensstijl, zet hij zijn zakelijke instinct en dikke portemonnee in om zijn vaders dood te verzachten. Hij trommelt Rémys oude vriendenkring op en zorgt ervoor dat hij een eigen kamer in het ziekenhuis krijgt. Ook betaalt hij een jeugdvriendinnetje, nu een junk, om zijn vader heroïne toe te dienen de meest effectieve manier om diens pijn weg te nemen. Samen met zijn toegestroomde vrienden, die al even belezen en gevat zijn als hijzelf, voert Rémy voor de laatste keer gesprekken op zijn eigen niveau. Alleen bij elkaar vinden ze een klankbord voor hun woordgrapjes en literaire verwijzingen; de rest van de wereld is er al te dom voor geworden.
Uiteindelijk sterft Rémy een dood die zo volmaakt is dat het bijna karikaturaal wordt: in een huisje aan de rand van een idyllisch meer neemt hij afscheid van zijn vrienden en zijn gezin, waarmee hij zich heeft verzoend. Dan wordt hem een overdosis heroïne toegediend en slaapt hij vredig in, terugdenkend aan de eerste vrouw die ooit zijn lust opwekte.
Dat perfecte afscheid van het leven is, volgens eigen zeggen, Arcands manier om af te rekenen met zijn obsessie voor de dood. Dat is hem gegund, evenals zijn treurnis om het feit dat deze wereld niet meer de zijne is. Maar Les Invasions Barbares is gericht aan mensen als Rémy en zijn kliek, en toont maar weinig begrip voor de jongere generatie. Toegegeven: Sébastien en Rémy komen uiteindelijk nader tot elkaar, en er wordt hier en daar erkend dat iedere generatie zijn eigen opvolgers kweekt. Maar uiteindelijk blijft de portrettering van, laten we zeggen de dertigers in deze film, nogal vlak. Ze zijn vooral geïnteresseerd in hun carrière, in beroemdheden en in computerspelletjes met uitzondering van Nathalie, de junk. Het contrast met de kleurrijke, geestige intellectuelen in Rémys vriendenkring is groot, en dat is geen toeval. Arcand heeft wel enige moeite gedaan zich in te leven in de jongere generatie, maar die zal zich niet herkennen in het beeld dat hij uiteindelijk schetst. Deze film is bedoeld voor hen die opgroeiden met Sartre en Solzjenitsyn, niet voor de barbaren.