In wezen is er weinig origineel aan Garden State. Het is een beetje het verhaal van de terugkeer van de verloren zoon, gemixt met een 'coming-of-age'. In allerlei varianten zijn deze thema's al vele malen verfilmd. Wat dit verhaal nu als extraatje te bieden heeft is lastig te zeggen. De vaste kijkers van de serie 'Scrubs' kunnen het een beetje snappen, aangezien Zach Braff een typetje speelt vergelijkbaar met dokter John 'J.D.' Dorian. Dat wil dus zeggen: sympathiek, een beetje aan de slome kant, sociaal onbeholpen en ietwat wereldvreemd.
Garden State is uiteindelijk een comedy, maar dan een waar de lach niet voor het oprapen ligt. De humor is donker, vreemd, en laat je regelmatig lachen om het ongeluk van anderen. Maar Garden State biedt meer dan een grappige sit-com. Braff weet in zijn debuut als schrijver en regisseur een voortdurende surrealistische sfeer in stand te houden, zonder dat dit ten koste gaat van het uitdiepen en de geloofwaardigheid van de karakters. Hij levert zelf met 'Large' een adequate prestatie, maar het meest indrukwekkende acteerwerk komt van Natalie Portman, die met de overblije epileptica en dwangmatige leugenaar Sam haar carriere weer op de juiste koers heeft, na de twijfelachtige uitstapjes naar de recente delen van de Star Wars-cyclus.
Niet alleen de hoofdrolspelers, maar zelfs de bijrollen zijn geloofwaardige personages, als je eenmaal gewend bent aan het 'off-beat'-sfeertje van de film. Enige uitzondering is jammer genoeg Ian Holm als Large's vader. Natuurlijk hoort het bij de moeizame relatie tussen vader en zoon, en verwacht je ook geen enorm diepgaand karakter bij een psychiater die zijn zoon z'n halve leven aan de pillen houdt, maar dat neemt niet weg dat er zeker aan het einde van de film genoeg ruimte is om die verdieping juist wel in het karakter aan te brengen. En juist voor een gelauwerd acteur als Ian Holm is het bijzonder spijtig dat Braff daar niet in slaagt.
Is de acteerprestatie van Braff adequaat te noemen, zijn regie is ijzersterk. De film toont met prachtige beelden hoe Large door zijn pillen van de realiteit is afgesloten en hoe hij de wereld voor het eerst weer echt leert ervaren. Een cinematografische topper is de manier waarop duidelijk wordt gemaakt dat Large een onlosmakelijk band heeft met zijn ouderlijk huis: van een tante krijgt hij na de begrafenis een shirt, gemaakt van de restanten van de stof waar de badkamer mee behangen is.
Helaas zakt de film aan het einde door het ijs. Braff brengt het verhaal op een prachtige wijze, daarbij de meeste clichés zorgvuldig en elegant vermijdend, maar wat het afsluitende vuurwerk na een filmfeest had moeten zijn, gaat uit als een sputterende nachtkaars. Misschien moet Braff voor zijn volgende film kiezen tussen acteren en regisseren en eerst één van beide disciplines volledig onder de knie zien te krijgen. Mijn persoonlijke voorkeur gaat dan uit naar de regie, omdat ik vermoed dat deze man tot ongekend mooie dingen in staat is.