Around the Bend
Recensie

Around the Bend (2004)

Around the Bend is een prettig lome roadmovie

in Recensies
Leestijd: 3 min 37 sec
Regie: Jordan Roberts | Cast: Josh Lucas (Jason Lair), Christopher Walken (Turner Lair), Michael Caine (Henry Lair), Jonah Bobo (Zach Lair) e.a. | Duur: 83 min.

Around the Bend is niet alleen het debuut van regisseur Jordan Roberts, het is ook de eerste film die geproduceerd werd onder het label Warner Independent Pictures, een nieuwe productieafdeling binnen het megaconcern Warner Bros. Entertainment. Afgaand op de informatie op hun website, richt Warner Independent zich met name op de personages en het verhaal - en niet op massale populariteit, althans, niet ten koste van alles. Het label is bedoeld voor films die avontuurlijk, persoonlijk, taboedoorbrekend en experimenteel zijn. Het moet een thuishaven zijn voor filmmakers die met moed en inzicht het onbekende willen verkennen en die expressie willen geven aan hun visies. Het moet een broedplek worden voor jong talent, voor technische innovatie en nieuwe ideeën. Een nobel streven, dat moet je ze nageven, maar de verleiding is groot om de dochteronderneming van het bedrijf dat alle Harry Potter’s produceert, als een speeltje af te doen. Een begrijpelijke gedachte, maar wel oneerlijk, omdat het hoe dan ook te prijzen valt dat een grote commerciële productiemaatschappij de kleinschalige film een kans wil geven.

Wat Around the Bend betreft lijken de financiële en artistieke risico’s gering, want een film met namen als Michael Caine, Christopher Walken en - in mindere mate - Josh Lucas, verdient nou niet bepaald het arthouse predikaat. Toch is het maar vraag of de film zijn geld terug zal verdienen. In Nederland pakt de releasedatum bijvoorbeeld erg ongelukkig uit. Wedijveren met de laatste episode van de tweede Star Wars trilogie is net zo kansloos als proberen Darth Vader neer te sabelen met een tandenborstel. Bovendien zal een verhaal over vier generaties mannen die een streep onder het verleden willen zetten, niet meteen een groot publiek aanspreken, omdat de kans op zinderende actie en helikopterachtervolgingen volstrekt nihil is. Voeg daar een klein budget, een onervaren regisseur en een nogal onevenwichtig script aan toe, en je begint een beetje medelijden met de film te krijgen.

Regisseur Jordan Roberts baseerde de film op een persoonlijke geschiedenis, maar heeft wat moeite om ons daarvan deelgenoot te maken. Josh Lucas speelt Jason Lair, het gefingeerde evenbeeld van Roberts. Jason leeft samen met zijn zoon Zach (Jonah Bobo) en zijn zorgbehoevende grootvader Henry (Michael Caine). Jason streeft naar een ongecompliceerd leven, maar de plotselinge komst van zijn vader Turner (Christopher Walken) maakt dat onmogelijk, omdat Josh zijn vader, nadat deze hem jaren geleden zonder opgaaf van reden in de steek liet, nooit meer heeft gezien. Veel tijd om het verleden uit te praten is er echter niet, want kort na Turner’s terugkeer overlijdt opa Henry. In diens testament is een opmerkelijk verzoek opgenomen. Henry wil dat Turner, Jason en Zach gezamenlijk een tocht ondernemen om plaatsen te bezoeken die een waardevolle betekenis hebben binnen de familie.

Op klompen is aan te voelen dat de eindbestemming in deze roadmovie een hereniging zal zijn. Helaas worden de personages op weg naar die verzoening maar zelden met elkaar of met zichzelf geconfronteerd. Voor een roadmovie valt er maar weinig karakterontwikkeling te noteren. Pas in de slotscènes komen er feiten aan het licht die tot nieuwe inzichten leiden, maar dan is het eigenlijk al te laat. De film intrigeert maar mondjesmaat, maar voelt zo relaxed aan dat met de meeste tekortkomingen wel te leven valt. Een loom ritje door een prachtig woestijngebied in het zuidwesten van Amerika in het gezelschap van Christopher Walken en Josh Lucas is geen straf. De film stemt afwisselend blij, lui en weemoedig. Lucas heeft een prettige, rustgevende uitstraling en doet mede door de uiterlijke gelijkenis denken aan een jonge Kevin Costner. Walken speelt ‘against type’, maar dat pakt leuk uit, al is het alleen maar omdat hij in deze film een geinig dansje doet dat veel wegheeft van zijn optreden in de clip ‘Weapon of Choice’’ van Fat Boy Slim. Michael Caines bijdrage aan de film is summier, maar niet onbeduidend. Hoewel zijn accent in elke scène uit een andere streek lijkt te komen, fungeert hij toch als de stemvork die de toon levert waarop de andere acteurs zich instellen. Van Warners nieuwe speerpunten blijft uiteindelijk weinig over, maar met ‘persoonlijk’ - en misschien nog ‘avontuurlijk’ - zijn ze hopelijk een aardig eindje op weg.