We zijn de afgelopen jaren overspoeld met superheldenfilms. Na Batman, Spider-Man, Hulk en X-Men, zou je denken dat de bron van krachtpatsers wel zon beetje is opgedroogd. Maar niets van dat alles. Hollywood blijft ons, misschien vanwege een gebrek aan creativiteit en pardon my French ballen, bestoken met comicverfilmingen. En het eind is nog lang niet in zicht. De motivatie? Makkelijk, snel geld verdienen. De fans van de strips (en dat zijn er heel wat) komen namelijk toch wel kijken. De behoefte aan helden neemt bovendien alleen nog maar toe in het in een identiteitscrisis verkerende Amerika. In Fantastic Four, het laatste superheldenvehikel, hebben we te maken met je raadt het al de Fantastic Four: vier superhelden die hun krachten danken aan een ongeluk met mysterieuze kosmische straling. Marvels eerste superhelden waren al saai in comicvorm, op het witte doek zijn de vier niet meer dan het cinematografische equivalent van Britney Spears: voorspelbaar, braaf, fantasieloos, met een aanzienlijke botox-injectie en duidelijk bedoeld voor een jong tot zeer jong publiek.
Soms is het een radioactieve spin, dan weer gammastraling of buitenaardse ouders; superhelden ontstaan vaak onder curieuze omstandigheden. Bij de Fantastic Four is het niet anders. Reed Richards, Ben Grimm, Sue Storm en haar broer Johnny zijn tijdens een bezoek aan een ruimtestation betrokken bij een ongeluk waarbij ze worden blootgesteld aan een overdosis kosmische straling. De gevolgen van dit incident zijn op zijn minst verrassend te noemen: Reed kan zich oneindig uitrekken, Ben versteent tot de onverslaanbare Thing, Sue kan zichzelf onzichtbaar maken en goochelen met krachtvelden en Johnny kan veranderen in een menselijke vuurbal de Fantastic Four zijn geboren. Met zijn viertjes nemen ze het op tegen het onrecht in de wereld, en tegen Dr. Doom in het bijzonder.
Je zou het superheldenvermoeidheid kunnen noemen: na alle stoere mannen en vrouwen in spandexpakjes die we de afgelopen jaren voorbij hebben zien komen, zijn we gewend geraakt aan de fenomenen die het superheldenbestaan lijken te omringen. Vaak moeten helden hun identiteit geheimhouden, hebben ze een duister verleden, of zijn het psychologische enigmas. Talloze keren zagen we de moeilijkheden van de superheld in spe, die leerde omgaan met zijn nieuw verworven krachten. En dan is daar natuurlijk immer de niets onziende nemesis. Nee, het leven van een superheld gaat niet over rozen, daar weten wij alles van. Je moet dan ook van goeden huize komen, wil je het superheldengenre nieuw leven inblazen. En goeden huize, dat is niet waar regisseur Tim Story vandaan komt. Hij woont zelfs niet eens in dezelfde stad. Wat hij ons voorschotelt in Fantastic Four is zo vlak, zo braaf, zo verstoken van enige spanning en fantasie, dat je je afvraagt waarom er überhaupt kostbaar celluloid aan is verspild. Na een overhaast begin, worden we ruim anderhalf uur getrakteerd op rammelende dialogen, een handvol lauwe actiescènes (een uitzondering daargelaten) en, als Story het tenslotte helemaal niet meer weet, close-ups van zijn rots in de branding: het decolleté van Jessica Alba.
Het meest storend zijn echter de vier hoofdfiguren: piepjonge fotomodellen, waarschijnlijk net weggerukt van mamas warme boezem, die moeten doorgaan voor briljante wetenschappers. Personages waarvan de motivaties even wisselvallig zijn als het Hollandse zomerweer. Personages waarvan de stuntelige romantische capriolen de gemiddelde stamelende brugklasser doen lijken op een ware casanova.
Maar het probleem van Fantastic Four ligt dieper: het gaat al fout bij het bronmateriaal. De Fantastic Four is namelijk een tamelijk kleurloze superheldenfamilie. Geen van de vier heeft een duistere zijde, of zelfs maar een identiteit die koste wat kost geheim gehouden moet worden. Er zit geen kraak of smaak aan dit brave viertal. En dit vindt vanzelfsprekend zijn weerslag in de film. Waarom dan toch nog een beoordeling van anderhalve ster? Er zit een spectaculair shot in waarin Thing een vrachtwagen op de schouder neemt. Maar ja, dat zat ook al in de trailer. Bekijk je die toch gewoon nog een keer.