IJzige wegen en eindeloze sneeuwvlaktes; twee niet al te slimme criminelen en een man met grote financiële problemen dat moet haast wel Fargo zijn. Maar nee, het gaat hier om The Big White, een film die qua setting, verhaal en sfeer zoveel overeenkomsten met Fargo vertoont dat het onmogelijk is om hem níet met deze film te vergelijken. Er is waarschijnlijk geen enkele recensie te vinden waarin de vergelijking met Fargo niet één keer wordt gemaakt. Hoewel deze rolprent geen moment in de buurt komt van het meesterwerkje van de gebroeders Coen, is het toch een film die voldoende ruggengraat bezit om op zichzelf te staan. Mede door een prima acterende cast en een leuk verhaal met genoeg aardige verwikkelingen kunnen we stellen dat regisseur Mark Mylod er alleszins in is geslaagd om een erg aangename zwarte komedie te maken.
Paul Barnell, eigenaar van een reisbureau in Alaska, heeft grote financiële zorgen: de rekeningen stapelen zich op en hij zit tot over zijn oren in de schulden. Daarnaast heeft hij het ook nog eens zwaar te stellen met zijn vrouw die ernstig aan het syndroom van Gilles de la Tourette lijdt. Paul heeft zijn hoop gevestigd op zijn broer, Raymond die al vijf jaar wordt vermist en wiens levensverzekering van één miljoen dollar hij wil gaan incasseren. Helaas voor Paul gooit verzekeringsinspecteur Ted Waters roet in het eten, want Raymond kan pas na zeven jaar vermissing worden doodverklaard en tot die tijd krijgt Paul geen cent. Een paar dagen later vindt Paul bij toeval een lijk in de afvalcontainer. Hevig geschrokken wil hij onmiddellijk de politie bellen maar dan ontkiemt er een bizar plannetje in zijn bovenkamer. Met wat creativiteit laat hij het lijk doorgaan voor het lichaam van zijn broer. Hij kan nu direct het geld innen en al zijn problemen zijn in één klap opgelost! Ted de verzekeringsman vertrouwt het echter voor geen meter en is van plan dit zaakje tot de bodem uit te zoeken. Vervolgens krijgt Paul ook nog eens twee moordenaars op zijn dak die hún lijk komen opeisen. En dat is nog maar het begin van de complicaties
Robin Williams is nog steeds het best bekend om zijn rollen als de hyperactieve grapjas maar hij heeft zo langzamerhand toch ook wel bewezen dat hij tot veel meer in staat is, zoals we onder ander in films als Insomnia, Awakenings en One Hour Photo konden zien. Ook in The Big White laat Williams een prima indruk achter zonder dat hij de clown uithangt. Sterker nog, hij heeft juist één van de meest serieuze rollen in de film (hoewel je niemand werkelijk serieus moet nemen, het is tenslotte een komedie). Holly Hunter heeft daarentegen een heerlijk absurde rol als de aan Gilles de la Tourette lijdende echtgenote van Williams, ook al vertoont ze een compleet afwijkend en hilarisch ziektebeeld. Hunter doet dit bijzonder leuk en steelt in menig scène de show. Ribisi zit ook lekker in zijn rol als overijverige verzekeringsagent en ook Alison Lohman (Ribisis vriendin) is zeer genietbaar. Een prima cast dus en de enige die wat dat betreft uit de boot valt is Woody Harrelson die zich er toch wel een beetje gemakkelijk vanaf maakt met een lichtelijk storende clichévertolking van een uiterst lompe redneck.
Zoals gezegd heeft Mylord een prima film in elkaar geregisseerd en dat is best bijzonder als je bedenkt dat tot dusver Ali G Indahouse zijn belangrijkste wapenfeit was. Eerlijkheidshalve dient gezegd te worden dat hij ook mee regisseerde aan de succesvolle serie Cold Feet, wat dan weer in zijn voordeel spreekt. Er valt eigelijk niet zoveel aan te merken op The Big White. Tuurlijk, de grappen hadden best wat scherper gekund en het tempo had wat hoger gemogen maar ach, daartegenover biedt de film ons wel weer prachtige idyllische winterslandschappen, een erg lollige Holly Hunter en voor de liefhebber een paar lekkere songs van Eels.