Dat wat vrijwel niemand lukt, krijgt Rob Zombie (echte naam Rob Cummings) al bij zijn tweede film voor elkaar: een sequel maken die zijn voorganger ruimschoots overtreft. Hoe verachtelijk The Devils Rejects ook is, verhaal- en regietechnisch zit het allemaal heel wat beter in elkaar dan het belachelijke House of 1000 Corpses.
Rob Zombie, voormalig frontman van rockband White Zombie, regisseerde twee jaar geleden een chaotische horrorfilm waarin vier jongeren autopech kregen, bij de moordlustige familie Firefly belandden en genadeloos werden afgeslacht. Een soort Texas Chainsaw Massacre, maar dan in een van-de-pot-gerukte stijl. Ondanks de uitbundige gruwelijkheden, maakten de zinloze en onbegrijpelijke montage- en camera-effecten (zoals scènes in negatief) er een lachwekkend rommeltje van.
The Devils Rejects is heel wat overzichtelijker. De film begint met een politiebestorming van het huis waar de Firefly-familie haar slachtoffers maakt en waar de lijken (of delen daarvan) worden opgeslagen. Onder leiding van sheriff Wydell, die op wraak zint omdat zijn broer in deel één werd doodgeschoten, krijgen de moordenaars de volle laag. Alleen Otis en Baby (een rol van de echtgenote van de regisseur) ontsnappen en slaan op de vlucht. Hun compagnon Captain Spaulding sluit zich even later bij hen aan en wat volgt is sadisme in het kwadraat. Aan de ene kant het drietal dat moordend en martelend (en daarvan zichtbaar genietend) probeert te ontkomen en aan de andere kant sheriff Wydell die zijn haat wil botvieren en daar af en toe in slaagt.
Het is bijna aan te moedigen om de bioscoop voortijdig te verlaten. Door deze geweldsorgie publiekelijk de rug toe te keren, maak je een loffelijk statement. Anderen zullen echter de zaal om een heel andere reden willen verlaten: de aanblik van Captain Spaulding en Otis is zon hel, dat er misschien een toiletpot voor nodig is om de walging kwijt te raken. Sid Haig is in werkelijkheid al niet gezegend met een mooi gezicht, maar in deze film slaat hij werkelijk alles. Hij heeft een ranzige baard, rotte tanden en zijn vieze zwarte lippen vormen een vuilvat waar voornamelijk schuttingtaal uit komt. Zijn lach is wanstaltig en hij is onaangenaam geschminkt als clown. Bill Moseley doet maar weinig voor hem onder. Lange vette slierten haar bedekken zijn gezicht en als je al niet onpasselijk wordt van zijn gewetenloze wreedheid, dan word je dat wel van zijn onverzorgde uiterlijk.
Er zijn maar weinig verzachtende omstandigheden aan te voeren voor deze film. De regie en acteerprestaties zijn veel te goed om door te gaan voor camp, dus dat excuus gaat niet meer op. Sterker nog, de acteurs veranderen in zulke abjecte sadisten, dat je ze onmogelijk als karikatuur kunt zien. Er zijn nog wel een paar spitsvondigheden te ontdekken, zoals een filmcriticus die wordt ingeschakeld om een profielschets van de seriemoordenaars te maken, omdat hun namen allemaal op Groucho Marx-rollen zijn gebaseerd, maar het kost veel moeite om van deze film de humor in te zien. Waarom zou je ook? Als de knipoog bij een brute mishandeling ontbreekt en je desondanks geniet, dan is een schuldgevoel maar moeilijk te onderdrukken. Natuurlijk, het is maar een film (en dus onschuldig?) en wat horror, bloed en sadisme op zijn tijd is helemaal niet erg, maar The Devils Rejects is zo onbeschaamd onbeschaafd dat men er eigenlijk aanstoot aan moet nemen. Nog meer verdorven zieltjes kunnen we er echt niet bij hebben. Ik hang niet graag de moraalridder uit, maar ja, iemand moet het doen en een culthit wordt het toch wel. Iedereen wil natuurlijk dolgraag zien wat er nou zo afstotelijk is aan dit nieuwe boegbeeld van de wansmaak. Wat dat betreft zal deze recensie ongetwijfeld een averechts effect hebben. Ik zal me dus angstvallig moeten vastklampen aan een oud principe: door alle ophef en hooggespannen verwachtingen is de kans groot dat de film alsnog vies tegenvalt.