Casanova
Recensie

Casanova (2005)

Teleurstellende hybride: dankzij het tekenfilm-karakter is het verhaal te tam.

in Recensies
Leestijd: 2 min 20 sec
Regie: Lasse Halström | Cast: Heath Ledger (Casanova), Sienna Miller (Francesca Bruni), Jeremy Irons (Pucci), Oliver Platt (Paprizzio), Lena Olin (Andrea) e.a. | Speelduur: 108 minuten

Lasse Hallströms Casanova heeft op het eerste gezicht al iets vertrouwds, iets wat je vaag bekend voorkomt. Het is niet de figuur Giacomo Casanova, die iedereen wel kent van horen zeggen, maar waarvan weinigen weten wie hij ook alweer precies was (behalve dan de beroemdste rokkenjager uit de wereldgeschiedenis). Het is iets anders: je krijgt het gevoel dat je dit allemaal al eens hebt gezien, maar dan anders – en leuker. Je vraagt je af wat het toch kan zijn, totdat je je herinnert dat deze film wordt gedistribueerd door Buena Vista International. Disney dus. Casanova volgt namelijk trouw de formule van een klassieke Disney-tekenfilm: je neemt een iconisch personage uit de wereldliteratuur (Aladdin, Mowgli, de Klokkenluider van de Notre-Dame), voegt een paar ‘grappige’ sidekicks en een schmierende schurk toe, en verzint een luchthartig avontuur dat zeer losjes verbonden is met het bronmateriaal. Daar maak je een tekenfilm van, waarmee de meest fantastische vondsten mogelijk worden (een zingende beer, een dansend theeservies, een papegaai met tanden).

Maar Casanova is een live action film. Waarom? Omdat Casanova’s avonturen veel te pikant zijn voor een tekenfilm natuurlijk. Heath Ledger doet in deze film uiteraard niets waarbij wij ook maar een tepel te zien krijgen, maar een Disney-tekenfilm over een man die bij de ene na de andere vrouw in bed duikt blijft een utopie. Het verhaal, waarin Casanova en de vrouw van zijn dromen schuilgaan achter aliassen en Venetiaanse maskers en pas tegen het eind de waarheid over elkaar ontdekken, blijft luchtig en grotendeels uit de duim gezogen. Casanova krijgt inderdaad een koddige sidekick en Jeremy Irons mag er net als in The Lion King lekker op los schmieren, als een inquisiteur die Casanova achter de tralies wil hebben vanwege diens verderfelijke invloed op de publieke moraal.

Alleen: omdat de magische dimensie van een tekenfilm ontbreekt, terwijl Casanova’s avonturen wel op tekenfilmniveau blijven steken, komt de film niet van de grond. Heath Ledger, Sienna Miller (als de feministe avant la lettre die – o, ironie! – verliefd wordt op Casanova) en Jeremy Irons zijn aantrekkelijke acteurs, er is uitsluitend gefilmd op lokatie in Venetië en er kan zo nu en dan worden gelachen om de bijfiguur Paprizzio (“the lard king of Genoa”) en om de Doge (vanwege de rolbezetting). Dat zijn wel zo’n beetje de pluspunten.

Verder is het allemaal te onschuldig om Casanova’s reputatie eer aan te doen en volwassenen te prikkelen, en te fantasieloos om een jonger publiek te boeien. Lasse Hallström (The Cider House Rules) weet nergens zijn stempel op deze curieuze hybride te drukken, en kan niet verhinderen dat Casanova ernstig tekortschiet in de kunst van het verleiden.