Na het eigenzinnige debuut Nói Albínoí over Nói, een albino misfit en miskend genie, komt de IJslandse regisseur Dagur Kári terug met een opnieuw zeer origineel en tragikomisch pareltje. Dark Horse is een in zwart-wit geschoten film over een verliefd stel dat de gebruikelijke paden niet kan of wil bewandelen. Het is überhaupt maar de vraag of ze ooit geaccepteerde leden van de maatschappij zullen worden. Het zijn sympathieke antihelden zoals Nói, die je het beste gunt, maar misschien toch liever niet in je naaste omgeving hebt. In Kári's nieuwste film volgen we de onnavolgbare wegen van de kunstenaar Daniel en het eigenzinnige meisje Franc in Kopenhagen. Ze lopen al direct tegen een aantal persoonlijke problemen op, zodat ze gedwongen worden om het leven wat serieuzer te nemen als ze samen willen blijven.
Daniel is een wereldvreemde, eigengereide kunstenaar die zijn brood verdient met het in opdracht spuiten van graffiti-liefdesverklaringen. Zijn vriend Roger is een meer self-made man. Door hard te werken wil hij hogerop komen, en staat met die instelling lijnrecht tegenover Daniel, die zich nooit ergens om bekommert. Als ze beiden vallen op hetzelfde dromerige meisje van de bakker, bedenkt Roger direct een goed plan en komt de volgende dag terug met gekamde haren en een bosje bloemen. Daniel laat het gewoon gebeuren en wordt tot grote ergernis van zijn beste vriend al snel versierd door het meisje Franc(esca). Vanaf dat moment is het echter afgelopen met het onverantwoordelijke leventje van Daniel, en neemt Dark Horse een andere wending.
De flierefluitende kunstenaar krijgt het ineens zwaar voor de kiezen, want voor hij het weet, gooit zijn huisbaas hem op straat, krijgt hij fikse ruzie met Roger en wordt bovendien door de politie opgepakt tijdens een graffitiklus. De rechter die hem veroordeelt tot een werkstraf blijkt een maatschappelijk succesvolle man, maar privé doodongelukkig. Vanaf dat moment functioneert de rechter als tegenhanger van Daniel. Terwijl de rechter besluit om het sociaal geaccepteerde leven achter zich te laten door zijn baan op te zeggen en zijn gezin te verlaten, wordt Daniel juist gedwongen om deel te nemen aan het volwassen bestaan. De een stapt erin, de ander er juist uit. Bij beiden blijkt dat wat je achterlaat, uiteindelijk altijd weer op je bord belandt.
Dark Horse wordt naar het einde toe minder anekdotisch en meer serieus van toon. De spitse dialogen blijven gelukkig onveranderd komisch, en houden de soms tragische gebeurtenissen licht en verteerbaar. Zo reageert Daniel op het onverwachte nieuws dat Franc zwanger blijkt met de zin: "ik kan helemaal geen vader zijn, want ik weet niet eens wie de premier is." De originele filmstijl wordt gekenmerkt door precies afgemeten, grofkorrelige zwart-wit beelden van excentrieke personages in verstilde interieurs. Dit tweede werk sluit wat stijl en thematiek betreft naadloos aan op het debuut Nói Albínoí waarin met dezelfde observerende blik de tragiek van de onaangepaste mens werd belicht. Overigens verzorgde de regisseur voor beide films met zijn band slowblow de uitstekende soundtracks.
Naar eigen zeggen wilde de tweeëndertigjarige Dagur Kári nu geen sterk plotgedreven verhaal vertellen, maar liever een serie situaties laten zien waaruit nog een soort onschuld straalt. Dat is deels gelukt: Dark Horse bestaat uit prachtig vormgegeven en puntig geschreven tragikomische situaties die samen zijn gebracht in twaalf getitelde sequenties. De pogingen die gedaan zijn om deze losse delen uiteindelijk toch te verbinden tot een meer plotgericht eindresultaat zijn iets minder succesvol. Vooral het opvoeren van het personage van de rechter is een overbodige, kunstmatige ingreep om meer structuur aan te brengen. Nu is de film als geheel net niet zo goed als het had kunnen zijn, maar nog altijd een waardige opvolger van Kári's ijzersterke debuut.