Steven Soderbergh wisselt al jaren het maken van makkelijke Hollywoodfilms af met kleinere, meer experimentele films. Hij maakte ooit furore op het Sundance Film Festival met Sex, Lies and Videotape, maar brak commercieel pas een kleine tien jaar later door met de misdaadkomedie Out of Sight. Aan het begin van het nieuwe millennium leek hij zich definitief in Hollywood te vestigen met Erin Brockovich, Traffic en Oceans Eleven. Maar meteen daarna maakte hij weer een zeer kleine film, Full Frontal, waar een scala aan sterren voor nop aan meewerkte. En in die geest maakte hij na Oceans Twelve zijn meest experimentele film tot nu toe: Bubble.
Het experimentele karakter van deze productie voerde Soderbergh ook door in de distributie: in de Verenigde Staten werd de film tegelijk in de bioscoop en op dvd uitgebracht en een paar dagen later op televisie uitgezonden. De vraag is of de opbrengst van Bubble daar door beïnvloed is of niet, want hoewel de film inderdaad weinig inkomsten wist te genereren zou dat met een reguliere distributie zeer waarschijnlijk niet anders zijn geweest. Niet omdat het zon slechte film is, maar omdat dit soort films nu eenmaal weinig kijkers trekt.
Soderbergh huurde voor Bubble een aantal niet-professionele acteurs in en filmde ze in hun eigen huizen. Voor andere locaties maakte hij gebruik van de directe omgeving. Soderbergh filmde op video en creëerde daarmee een documentaireachtig uiterlijk en dito sfeer. Ook het lome verhaal over het uitzichtloze arbeidersbestaan in een klein plaatsje ergens in de Amerika draagt bij aan de non-fictie uitstraling.
Martha is een brede vrouw van middelbare leeftijd die voor haar demente vader zorgt. Kyle is een jongeman die nog bij zijn moeder woont. Beiden werken in de plaatselijke poppenfabriek en zijn vrienden. Hun relatie wordt echter verstoord door de komst van Rose, een nieuwe collega. Zij is een jonge alleenstaande moeder, aan wie Martha zich in toenemende mate begint te ergeren. Kyle raakt daarentegen gebiologeerd door haar. Zo gaat dat nu eenmaal bij jonge mannen en vrouwen.
Tot hier gaat alles goed. De personages zijn tot op zekere hoogte sympathiek en hun simpele, levensechte lotgevallen zijn net boeiend genoeg om de aandacht vast te houden. Er gebeurt vrij weinig en deze mensen hebben nou niet bepaald een enerverend leven, maar het sfeertje, dat ongetwijfeld daadwerkelijk rondhangt in een dergelijk dorp in het midwesten van de Verenigde Staten komt goed over en is prettig om in ondergedompeld te worden.
Maar dan komen de makers met een moord en een daarop volgend politieonderzoek (geleid door een acteur die in het dagelijks leven ook politie-inspecteur is) aanzetten. En met de uitwerking daarvan slaan ze de plank mis. De tekortkomingen van de film worden echter wel goed duidelijk. Had de film nog wat langer geduurd dan was het uiteindelijk toch een saai gebeuren geworden. De sfeer had dan zijn kracht wel verloren. Aan de andere kant hadden de moord en het motief van de dader beter uitgewerkt moeten worden. Nu komt dat niet goed uit de verf. Daardoor is Soderberghs laatste experiment niet helemaal geslaagd, moeilijk te waarderen, maar tot op zekere hoogte wel degelijk interessant.