Begin jaren 70 werd Bruce Lee een internationale superster door met zijn intense Jeet Kune Do de wereld kennis te laten maken met de martial arts-film. Na zijn vroege dood in 1973 werd Lee een legende; sindsdien zijn er slechts twee acteurs geweest die qua naamsbekendheid, populariteit en vechttechniek enigszins in zijn voetsporen konden treden. De eerste was Jackie Chan, die vanaf eind jaren 70 met zijn eigen, met humor doorspekte vechtkunst de wereld veroverde. Chan begint echter te oud voor het genre te worden en heeft zich al lang laten inpakken door Hollywoodformules. De tweede is de veel serieuzere Jet Li, die een hardere stijl hanteert dan Chan.
Li bereikte in 1991 voor het eerst een groot internationaal publiek met het epische Once Upon A Time In China. De spectaculaire gevechten in deze film werden gechoreografeerd door Yuen Wo-Ping, die ooit Jackie Chan lanceerde in zijn film Drunken Master. Na 1991 sloeg Wo-Ping een nieuwe weg in en vernieuwde het gebruik van draden in vechtscènes, het zogenaamde wire fu.
In het daaropvolgende decennium domineerden de choreograaf en de steracteur het martial arts-genre. Ze werkten samen aan vervolgen op Once Upon A Time In China, Jet Li maakte met Fist of Legend een geliefd eerbetoon aan zijn held Bruce Lee en Yuen Wo-Ping bereikte met Iron Monkey een mijlpaal in het genre. Eind jaren 90 probeerde Li door te breken in Hollywood, met beduidend minder succes dan Wo-Ping, die tekende voor de actiechoreografie in internationale kassuccessen als The Matrix en Kill Bill. Li behaalde ironisch genoeg met een terugkeer naar China en de hoofdrol in Hero toch nog wereldwijd succes.
Gezien deze geschiedenis is het niet meer dan logisch dat Yuen Wo-Ping zich als actiechoreograaf verbond aan Fearless, door Jet Li betiteld als zijn laatste martial arts-film. Net zoals het eigenlijk vanzelfsprekend is dat Jet Li koos voor het verhaal van de Chinese nationale held Huo Yuan Jia, oprichter van de Jing Wu school. Li wilde zijn eigen filosofie in dat verhaal verwerken en tegelijkertijd natuurlijk ook een vermakelijke vechtfilm maken. Hij noemt Fearless dan ook zijn belangrijkste en persoonlijkste film.
De film opent in 1911 met een toernooi waarin Huo Yuan Jia het tegen vier verschillende tegenstanders moet opnemen. Met de eerste drie, Westerlingen, rekent hij op spectaculaire maar snelle wijze af. Dan wordt de tijd dertig jaar terug gedraaid, naar zijn jeugd. Zijn vader is leraar in de kungfu-stijl van de familie, maar Huo Yuan Jia mag niet meetrainen met diens leerlingen. Toch oefent hij stiekem. Twintig jaar later heeft Huo zijn vader opgevolgd en wil hij de beste vechter van de regio worden. In dit middenstuk van de film zitten de beste gevechten: spectaculairder en net een tikje bruter dan aan het begin. Hoogtepunten zijn het gevecht met een jeugdrivaal op een hoog platform en het gevecht met ene meester Qin in een restaurant.
Qin bekoopt dat gevecht met de dood en wordt op een vreselijke manier door één van zijn discipelen gewroken. Ten einde raad verlaat Huo zijn vaders school en zijn leerlingen. Hij probeert zelfmoord te plegen in een rivier, maar wordt net op tijd ontdekt door een stel boeren. Dankzij het plattelandswerk en een blind jong meisje leert Huo Yuan Jia wijze levenslessen en keert hij terug naar zijn woonplaats om daar een nieuwe school, Jing Wu, op te richten. Dan wordt hij door westerse kolonisten uitgedaagd om aan een toernooi mee te doen
Helaas is het laatste gevecht wat dan volgt, niet het verwachte hoogtepunt. Er is wel regelmatig enige wire fu te zien, maar voor een film waar Yuen Wo-Ping aan heeft meegewerkt wordt er toch verrassend weinig met draden gewerkt. Jet Li wilde in zijn laatste project een natuurlijkere vechtstijl hanteren. Dat lukt zeker goed, maar toch is het allemaal wat minder sensationeel en spannend dan wat hij en Wo-Ping in het verleden lieten zien. Wat de filosofische boodschap van Li betreft: die is wellicht erg diepzinnig, maar komt niet tot uiting in deze één uur en drie kwartier durende vechtfilm en haalt vooral veel vaart uit het verhaal. Jammer genoeg moet geconcludeerd worden dat Fearless niet de apotheose is geworden die Li en Wo-Ping voor ogen hadden.
In zekere zin is het wel toepasselijk dat Li zijn carrière in het genre afsluit met een ietwat tegenvallende film, want zo wordt duidelijk dat hij en de wire fu hun beste tijd hebben gehad. Er is namelijk een nieuwe ster rijzende: de Thaise ster Tony Jaa (Ong Bak), die met zijn natuurlijkere vechtstijl alles in zich heeft om even groot te worden als Lee, Chan en Li. Over iets minder dan een maand zal ook in Nederland te zien zijn dat het martial arts-genre weer een nieuwe weg in is geslagen. Tot die tijd is Fearless een aardig, maar niet geweldig afscheid van een icoon en een stijl.