Je bent een ongelooflijke lul! bijt de mooie Carola haar nieuwe vriendje Olivier toe nadat ze voor de tweede keer zijn gaan stappen. Dit speelfilmdebuut van regisseur Sander Burger is al flink op weg als Carola je op dat moment de woorden uit de mond neemt door eindelijk eens de waarheid tegen hoofdpersoon Olivier te zeggen. Het is namelijk een ongelooflijke lul en nog een egoïstische, destructieve ook. Extra frustrerend is het dat hij nog medelijden opwekt ook vanwege zijn medische conditie. Olivier mist een hartkamer en heeft niet lang meer te leven.
Volgens zijn dokter heeft Olivier een levensverwachting van 25 jaar. Hij is inmiddels al bijna 27 en noemt zichzelf spottend een statistisch wonder. Regisseur Burger kwam tot zijn personage door een gesprek dat hij voerde met een jongen met dezelfde afwijking die niet ouder zou worden dan dertig. Toen hij werd afgewezen voor een harttransplantatie reageerde de jongen vreemd genoeg opgelucht: hij was zijn hele leven al naar het einde toe aan het werken, waardoor de hoop op een mogelijk herstel alle zekerheden waarop hij zijn leven had ingericht, juist in de war schopte.
Zo pijnlijk en ongemakkelijk als deze reactie is de zich in Rotterdam afspelende Olivier etc. van begin tot eind. Olivier, een intense, uitdagende rol van Dragan Bakema, leeft alleen voor zichzelf. Zichtbaar overlopend van ellende en zelfmedelijden leeft hij zijn leven letterlijk van dag tot dag, omdat hij weet dat elke zijn laatste kan zijn. Een toekomst heeft hij toch niet, dus gaat hij zich te buiten aan drank en onenightstands. Van zijn studie economie komt niets terecht en op wat huisgenoten na maken alleen zijn ouders en broer zich nog druk om hem. Voor de rest sluit Olivier iedereen buiten door zijn impulsieve, destructieve gedrag.
Dragan Bakema, in 2005 doorgebroken met Zwarte Zwanen, gaat flink tekeer als de afwisselend grommende, tierende en huilende Olivier, en kan in deze caleidoscopische rol zijn acteertalent uitbundig laten schitteren. Maria Kraakman, ook in het ware leven zijn partner, speelt de rol van hoboïste Carola zo klein en ingetogen, dat ze de ruwe Olivier nog heviger laat uitblinken. Persoonlijke betrokkenheid van de kijker bij de film is praktisch alleen mogelijk via Kraakmans personage, want het blijft de volledige lengte maar moeilijk sympathiseren met de agressieve, bijna gestoorde Olivier.
Zo ruw als zijn personage, zo sober en bescheiden is de regie van Burger. De stadse omzwervingen van Olivier worden gevangen in statische, haast architecturale shots van een koud en strak Rotterdam, die daarmee sterk contrasteren met de warmte en intimiteit van de verschillende interieurs. Echte rust is in Olivier etc. alleen te vinden in een enkele blik van Carola en Oliviers broer Paul. Het is een heftig debuut geworden met een bijzondere prestatie van acteur Bakema, die daarmee zonder enige twijfel een tweede nominatie voor een Gouden Kalf in de wacht zal gaan slepen.