Natuurlijk bestaat er niet zoiets als dé waarheid. Ook de realiteit is maar net hoe je het op een bepaald moment ziet, hoort, voelt of proeft. Vast staat wel dat mensen geneigd zijn om hun waarheid te verkondigen en te verdedigen als zijnde keihard feitenmateriaal. Vooral politici, advocaten en andere fantasten zijn daar doorgaans erg bedreven in, terwijl iedereen weet dat zij slechts hun eigen versie verkopen. In Death of a President wordt gespeculeerd hoe een moord op de huidige president George W. Bush zal leiden tot het doelbewust ombuigen van feiten door de media en regering om zo een realiteit te creëren voor het volk, dat koste wat kost niet in paniek mag raken.
Uit angst voor rellen en negatieve publiciteit werd Death of a President op het afgelopen filmfestival van Toronto in de programmaboekjes slechts aangeduid met D.O.A.P.. De moord op een zittende president is uiteraard een riskant onderwerp voor een schijndocumentaire, en al helemaal in deze licht ontvlambare tijden. Uiteindelijk is Death of a President geen filmisch dynamiet geworden, maar een actuele, wat simplistische oproep om zo voorzichtig mogelijk om te gaan met de feiten die voor je liggen. De film kun je dan ook zien als een waarschuwing aan de huidige regering van de Verenigde Staten om zich niet aan dezelfde steen te stoten als die in Irak, waar door een verkeerde voorstelling van zaken vele (burger)rechten zijn en worden geschonden.
Na een korte openingsscène waarin een Syrische moslima zich afvraagt waarom de moordenaar nooit van tevoren na heeft gedacht over de consequenties van zijn daad, zien we de aankomst van president Bush op het vliegveld van Chicago. Geen acteur, geen afstandsshot waarin niemand echt te herkennen valt; nee, we zien de echte president daar uit dat vliegtuig stappen. Gedurende de hele film worden echte beelden, fotos en geluidsfragmenten vermengd met fictie. Op deze manier wordt de inhoudelijke boodschap kunstig onderstreept: in de film worden de regering en media beschuldigd van het vervormen van de realiteit, maar de film creëert met al dat knip-en-plakwerk ook zelf een nieuwe werkelijkheid.
In de straten van Chicago zijn grootscheepse demonstraties te zien, waarvan onduidelijk is of deze in scène zijn gezet of niet. Tussen de beelden van de aankomst en toespraak van Bush door worden mensen van de geheime dienst en de FBI geïnterviewd, en zien we vele grofkorrelige beelden van de beveiligings- en stadscameras die Death of a President een enorm realisme meegeven. Als een Syrische man wordt opgepakt, die ooit in een Afghaans kamp een korte training heeft ondergaan, is de zaak voor de Amerikaanse regering gesloten, want dat verhaal past perfect in het War on Terrorplaatje. Dick Cheney zien we het presidentsschap overnemen en de staatsbegrafenis van George W. Bush ziet er akelig realistisch uit.
Zo gedegen als de makers middels sluwe montage een nagenoeg perfecte schijndocumentaire hebben afgeleverd, zo duidelijk is hun boodschap dat je voorzichtig om dient te springen met feiten, leugens en halve waarheden, en al helemaal op het allerhoogste niveau waar de verschillende media miljoenen mensen bereiken. Nadeel is dat deze boodschap, zeker vandaag de dag, als bekend mag worden verondersteld en dus een nogal karige ruggengraat vormt van Death of a President, dat na afloop vooral als technisch geslaagd maar als inhoudelijk erg overbodig kan worden beschouwd.