Parijs zag er niet eerder zo strak, zo tijdloos en zo verlaten uit. Luc Besson vangt in zijn laatste speelfilm voor de recentelijke Arthur and the Minimoys de Franse hoofdstad in koele zwart-wit beelden waartegen hij een bijzonder onwaarschijnlijke romance laat opbloeien tussen een nietsnut en een engel.
Angel-A beslaat slechts één volle dag. In de eerste scène stelt het personage André zich even aan ons voor in een voice-over terwijl we naar het stilstaande beeld van acteur en komiek Jamel Debouzze kijken, in ons land het meest bekend als kruideniershulpje in Amélie. De stijl doet dan vrezen voor de inmiddels gedateerde gekunsteldheid van versnellingen, vertragingen en bevriezingen van het beeld, maar stylist Besson en zijn vaste cameraman Thierry Arbogast houden zich in, en vertellen een voor hun doen opvallend ingetogen sprookje.
André is een geboren verliezer, die bij de verkeerde mensen veel schulden heeft gemaakt. Drie ongurige types geven hem exact vierentwintig uur om het volledige bedrag af te lossen. Niet veel later staat hij al op een van de vele Parijse bruggen, klaar om zich van zijn mislukte leven te beroven. Hij blijkt echter niet de enige met dat idee, want naast hem staat een lange, blonde vrouw ook in de startblokken om er een einde aan te maken. Van de ene sprong komt de ander, en samen met deze Angela gaat André op pad om zijn schulden te vereffenen.
Het meest bijzondere van deze bescheiden productie van Besson is de manier waarop Parijs wordt gereduceerd tot een kunstmatig mini-universum waartegen de onwaarschijnlijke relatie tussen de twee zich ontvouwt. De desolate straten van de stad geeft de film een surreële sfeer, die precies past bij het subtiele liefdesverhaal tussen André en Angela.