De slasherfilm: voorspelbaar, weinig diepgaand, clichématig. Cold Prey vormt hierop geen uitzondering, behalve misschien dat het dit keer geen Amerikaanse tieners zijn die over de kling worden gejaagd, maar Noorse. En alleen al dit schijnbaar onbenullige verschil, zorgt ervoor dat Cold Prey net zo verfrissend aandoet als de titel doet vermoeden. Voor zover dat mogelijk is voor een genrefilm, natuurlijk.
Tijdens een weekendje snowboarden in de bergen van Noorwegen strandt een vijftal jonge wintersporters in een verlaten hotel. Al snel blijkt dat ze niet alleen zijn. Er huist iemand in de catacomben van het gebouw. En hij is in bezit van een grote, heel erg scherpe pikhouweel.
Het moge duidelijk zijn dat Cold Prey niet de originaliteitprijs in de wacht zal slepen, maar de film doet wat ie moet doen: je de stuipen op het lijf jagen. Tenminste, wat betreft de eerste helft van de film. Want zodra het daadwerkelijke afslachten begint (de eerste moord daargelaten, want die hakt er behoorlijk in), ebt de spanning al snel weg. Belangrijk punt van kritiek is de moordenaar zelf: zijn motivaties zijn onduidelijk en hij blijf gezichtsloos tot het laatste moment. Dat maakt hem een stuk minder tot de verbeelding sprekend dan, pak m beet, Jason Voorhees of Michael Myers.
Toch is Cold Prey best uit te houden, en dit heeft niet in de laatste plaats te maken met het feit dat het hier een Scandinavische slasher betreft. Een kul argument, ongetwijfeld. Noors bloed is immers net zo rood als Amerikaans. Maar op een of andere manier ben je bereid meer door de vingers te zien, zodra de film uit onverwachte hoek komt.