Een jonge blanke leraar weet in een grote Amerikaanse stad een stel zwarte pubers, en één in het bijzonder, te inspireren met aparte leermethodes. Klinkt als de zoveelste Dangerous Minds- of Dead Poets Society-kloon nietwaar? Half Nelson is allesbehalve dat, dus laat dat cynisme maar achter bij de ingang van de bioscoopzaal, want dat is onnodige ballast bij deze film. Deze docent, Dan Dunne, inspireert zijn leerlingen dan wel in het klaslokaal, daarbuiten is hij meer bezig met zijn zware crackverslaving en een op voorhand dubieuze vriendschap met een dertienjarige leerlinge. Dat zou voer voor makkelijk melodrama kunnen zijn, maar Half Nelson is juist een rustige, contemplatieve film.
Regisseur Fleck en Anna Boden (die samen met Fleck het script schreef) zijn niet geïnteresseerd in het onhandig aan de man brengen van sociaal-maatschappelijke problemen of een Hollywoodachtig drugsdrama vol opwinding, ruzies, afkickscènes en kleurige hallucinaties, al dan niet opgedirkt met wat CGI. Conversaties en confrontaties zitten net als in het echt niet vol met oneliners en worden nooit geforceerd of filmisch; woorden komen er vaak moeilijk uit, zijn ongepolijst en komen daardoor soms realistisch hard aan. Deze subtiele aanpak van de drugsverslaving van de hoofdpersoon wordt mogelijk gemaakt door de fenomenale acteerprestatie van Ryan Gosling.
Goslings rustige hypersubtiliteit maakte afgelopen voorjaar bij de Oscars natuurlijk geen kans tegen het acteergeweld van Forest Whitaker, maar Gosling geeft in Half Nelson toch wel degelijk een masterclass in acteren. Hij geeft de innerlijke onrust van zijn personage niet weer met woeste monologen waarbij het schuim bij wijze van spreken op de lippen staat, of met clichématig door drugs beïnvloed gebrabbel, maar met kleine oogbewegingen, het nauwelijks ophalen van zijn schouders en halve, bitterzoete glimlachjes, zenuwachtige flakkeringen van angst en zelfwalging. Sommigen noemen hem al de nieuwe Marlon Brando.
Even naturalistisch is de debuterende Shareeka Epps die de dertienjarige Drey speelt, een vroegwijze en melancholieke mix van tieneronschuld en stedelijke gehardheid. Zij betrapt op een avond na een basketbalwedstrijd (de 25-jarige Dunne is ook coach van het meisjesteam) haar leraar met een crackpijp terwijl hij zich nauwelijks kan bewegen of goed kan reageren. Er ontstaat een aparte vriendschap tussen de twee. Zij houdt haar ontdekking voor zich en hij rijdt haar naar huis als haar afwezige vader weer eens niets van zich laat horen. Hierdoor merkt Dunne dat drugsdealer Frank een kennis van haar familie is die op verfijnde wijze Drey probeert te rekruteren voor zijn zaakjes. Dat Dunne haar van deze man wil redden is in feite hypocriet, want zijn vriendschap met Drey is eigenlijk net zo gevaarlijk en ingewikkeld voor haar.
De dialectiek waar Dunne het in de klas voortdurend over heeft is thematisch verbonden aan zijn eigen leven en dat van Drey, maar niet op een opdringerige of eenduidige manier die geen ruimte voor andere interpretaties over laat. Half Nelson is niet rond en biedt bovendien geen oplossingen voor de problemen die worden gepresenteerd. Waarachtigere Amerikaanse cinema is er nauwelijks.