Vroeger werden er nog echte griezelfilms gemaakt. Met veel suggestie en een zorgvuldige spanningsopbouw gaven ze de kijker een unheimisch gevoel en deden hem oprecht sidderen. Die kunst lijken de filmmakers tegenwoordig niet echt meer te verstaan aangezien men vaak terugvalt op expliciet bloedvergieten en een overdosis aan goedkope schrikeffecten. Ook 30 Days of Night is in feite niet meer dan dat: veel rondspattend bloed, gedetailleerde lichaamsmutilaties en een shitload aan bedenkelijke schrikeffecten (werkelijk iedere gebeurtenis wordt begeleid door keiharde geluidseffecten). En daarmee kan 30 Days of Night op het lijstje van teleurstellende horrorfilms worden bijgeschreven.
Vampiers houden niet van daglicht. Als ze worden blootgesteld aan de zon dan beginnen ze al snel te roken en te smeulen en uiteindelijk blijft er enkel nog een hoopje as van ze over. Maar de vampiers in 30 Days of Nightzijn niet op hun achterhoofd gevallen. Ze hebben namelijk Barrow, een klein plaatsje in Alaska ergens boven de poolcirkel, uitgekozen als hun jachtgebied. Iedere winter breekt daar namelijk een periode van dertig dagen aan waarin de zon niet boven de horizon verschijnt en het plaatsje in volledige duisternis en isolatie is gedompeld. Ideaal voor deze vampiers die zich tijdens deze periode onafgebroken te goed kunnen doen aan de bewoners. Eben, de plaatselijke sheriff, is daar niet van gediend en bindt samen met zijn ex-vrouw en enkele bewoners de strijd aan met deze duistere creaturen.
Er is natuurlijk niks mis met bloedvergieten en goed getimede schrikeffecten, maar daarmee ben je er nog niet. Je zult op de één of andere manier de spanning in de film moeten brengen, de kijker bij de gebeurtenissen moeten betrekken. Een goede horrorfilm moet je bij je strot grijpen en je pas weer loslaten als het net te laat is. Helaas mist deze film dat allemaal waardoor het hele gedoe je volledig koud laat. Daarbij helpt het ook niet echt dat het verhaal, gebaseerd op de gelijknamige graphic novel van Steve Niles, vreselijk simplistisch, belachelijk en ronduit slaapverwekkend is. De hele film is een continue herhaling van zetten: vluchten, verstoppen en nadat ze ontdekt zijn weer vluchten, verstoppen enz., waarbij het groepje overlevenden gestadig wordt uitgedund. Ook de protagonist van het verhaal zal nou niet direct op sympathie en bewondering kunnen rekenen. Josh Harnett is op zich geen slechte acteur maar heeft nou niet bepaald het charisma van een held die je zou willen aanmoedigen. En als de vampiers nou nog cool waren, maar nee, die zien er uit als een stelletje verlopen zwervers met bedenkelijke tafelmanieren die met hun niet aflatend gekrijs knap irritant zijn. Tja, wat blijft er dan nog over?
In visueel opzicht ziet het er allemaal wel prima uit. Het wit besneeuwde landschap is de ideale ondergrond voor bloederige slachtingen. Eén scène springt er dan ook uit: in vogelvlucht zweven we over het stadje en zien overal schermutselingen en slachtpartijen die de smetteloos witte sneeuwvlakte steeds roder kleuren. Ook worden we nog getrakteerd op enkele fraaie onthoofdingen en andersoortige zware verminkingen. Regisseur David Slade heeft wat dat betreft zijn best gedaan maar het mag niet baten. Onbegrijpelijk dat de man die in 2005 zo indrukwekkend debuteerde met Hard Candy zichzelf nu heeft opgezadeld met dit zielloze flutverhaal. Want ondanks de visuele flair blijft het uiteindelijk een knap waardeloze film die af en toe wel behoorlijk gruwelijk is maar nooit griezelig wordt. Misschien moeten we ons er maar bij neer leggen en is de kunst om een waarlijk enge film te maken echt verloren gegaan