American Gangster opent met een close-up van Denzel Washington terwijl hij een sigaar opsteekt. De manier waarop hij dit doet is in het woordenboek te vinden onder cool. Dan gebruikt zijn personage Frank Lucas die sigaar om een met benzine doordrenkte man in brand te steken, waarna hij deze ook nog eens even vol lood pompt. Met deze tegenstelling opent Sir Ridley Scott, bijna zeventig jaar oud, zijn uitstap in het gangsterfilmgenre en introduceert op stijlvolle en inzichtelijke wijze het titelpersonage. Scotts nieuwste meesterwerk voegt misschien niet enorm veel toe aan het genre in de vorm van vernieuwing of variatie, maar de uitwerking is zo exquis dat niemand daar om zal malen.
Behalve de opening zijn ook de twee daarop volgende scènes een prachtig voorbeeld van Scotts verbluffende aanpak. Samen geven ze al bijna een totaalbeeld van de film. In de ene scène vindt agent Richie Roberts één miljoen aan drugsgeld en doet daar in alle eerlijkheid aangifte van in plaats van rijk te worden zonder dat er een haan naar kraait. In de andere scène is Bumpy Johnson in een leeg warenhuis aan het sterven terwijl zijn protégé Frank Lucas machteloos toekijkt en moet aanhoren hoe Bumpy tot aan zijn dood blijft klagen over het feit dat in de nieuwe economie van de warenhuizen de tussenman wordt overgeslagen.
Richie Roberts geeft meteen al blijk van een flinke dosis integriteit als het op politiewerk aankomt en hij ontpopt zich als een echte Serpico tussen alle corrupte wetsdienaren. Het gesprek tussen Bumpy en Lucas en Bumpys dood is tekenend voor de manier waarop de jongere gangster in het vervolg zaken gaat doen. De ouderwetse manieren van Bumpy sterven met hem en Frank Lucas werkt zich naar de top van de New Yorkse onderwereld door nagenoeg pure heroïne direct uit Vietnam te importeren, zodat hij een beter product voor een lagere prijs dan de concurrentie kan aanbieden.
Net als in de grootste Amerikaanse gangsterfilms zoals de eerste twee Godfathers en Goodfellas gaat American Gangster over de keerzijde van de Amerikaanse droom op zakelijk én privégebied. Frank Lucas is een integere man die veel waarde hecht aan een sterke familieband. Hij zorgt goed voor zijn moeder en haalt zijn broers uit het arme zuiden naar New York toe om belangrijke posities binnen zijn zakenimperium in te nemen. Maar hij is evengoed de man die op klaarlichte dag iemand midden op straat neerschiet om een punt te maken en die geen zier geeft om de negatieve gevolgen van zijn heroïnehandel voor de gemeenschap waarin hij leeft. En hij is ook de zakenman die zonder scrupules een overzeese oorlog gebruikt voor eigen financieel gewin.
Ondertussen duikt de plichtsgetrouwe Richie Roberts het bed in met elke vrouw die zijn pad kruist, wat geen positief effect op zijn toch al wankele huwelijk heeft. Een bittere strijd om de voogdij over zijn zoon volgt. Zijn vriendschap met de maffiosi met wie hij opgroeide helpt hem daarbij niet. En zijn reputatie wordt er ook niet beter van.
Roberts wordt op een bescheiden, subtiele manier gespeeld door Russel Crowe in zijn beste rol in jaren. Toch worden zowel acteur, personage als verhaallijn overschaduwd door de oneindig charismatische Denzel Washington als Frank Lucas, wiens kleurrijkere leven zich er natuurlijk beter voor leent om door Sir Ridley Scott op boeiende wijze in beeld gebracht te worden. Hierdoor is de film licht onevenwichtig, maar dat is het enige wat de Britse regisseur te verwijten valt. Verder is het juist zijn regie die de film flair geeft en van een degelijk script een fantastische film maakt. Gesteund door het acteerwerk van Denzel Washington uiteraard. Alleen al de manier waarop hij een aantal keer my man uitspreekt, is subliem, want met zijn lichaamstaal geeft hij telkens een andere betekenis aan die woorden. Met Denzel Washington als epicentrum en Crowe als ingetogen antagonist mag Sir Ridley Scotts nieuwste film met recht een meesterwerk worden genoemd.