Bij vlagen doet City of Ember denken aan legendarische kinderfilms uit de jaren tachtig zoals The Goonies en Back to the Future die een perfecte balans tussen spanning, humor en verwondering wisten te vinden. Voor de tweede film van Gil Kenan is dat nog iets te hoog gegrepen - daar is het scenario te schematisch en de personages te eendimensionaal voor - maar de indrukwekkende stijl en de evidente liefde voor spannende verhalen zijn zeer de moeite waard. City of Ember ademt passie en blaast een frisse wind door het vastgeroeste marketingbeest van de hedendaagse familiefilm.
Ember is de enige nog verlichte stad op aarde en diep onder de grond gebouwd. Na een lange periode zonder problemen staan de krachtige motoren, die Ember van licht voorzien, op het punt het te begeven. De bewoners die al generaties lang in Ember leven, vrezen voor hun toekomst en durven ook de stad niet uit omdat niemand ooit is teruggekomen uit het donker dat Ember omringt.
Doon Harrow en Lina Mayfleet geven de hoop echter niet op en vinden een metalen doosje met cryptische instructies. De code vertelt hen verbazingwekkende dingen over de geschiedenis en toekomst van de stad, en over een nieuwe wereld waar de bewoners van Ember naartoe kunnen vluchten. Uiteraard gelooft niemand ze, dus is het aan de twee vindingrijke avonturiers om Ember van de ondergang te redden.
Kinans debuut Monster House betoonde op bijna ontroerende wijze eer aan de échte kinderfilm. Films over buitenbeentjes die alles van computers maar niks van meisjes weten, gruwelijk enge en mysterieuze problemen aanvechten waarvan de grote mensen uiteraard geen weet hebben en uiteindelijk de climax waar alle prepuberale onzekerheden opgelost worden. Verhalen waarin buitengewone dingen gebeuren met eigenlijk heel gewone kinderen. Doon en Linas avontuur is van hetzelfde laken een pak, maar ontbeert de waarachtigheid of urgentie van inspiratiebronnen. De film mist de overtuigingskracht om in de filmische realiteit te geloven en de vastberadenheid van de kleine helden te begrijpen. Harry Treadaway en Saoirse Ronan doen het voorbeeldig, maar City of Ember is te druk bezig met zijn eigenlijke hoofdpersonage: de stad zelf.
De film blijkt hierdoor slechts een heel eenzijdige triomf: de stad is verbazingwekkend mooi vormgegeven met sciencefictioninvloeden uit de jaren vijftig en punkfuturisme uit de jaren tachtig. De film stelt nimmer teleur als een schetsboek voor de fantasie en er is niks op de flair aan te merken, maar hierdoor stelt de onvolledigheid van het verhaal des te meer teleur.
Zo verdwijnen interessante figuren vaak om onduidelijke redenen volledig uit beeld en besteden Boon en Lina een groot deel van de middenakte aan het nodeloos rondrennen door lange rioolgangen. Het duurt te lang voordat de noodzaak van hun acties echt begint te leven. City of Ember is simpelweg een ode aan de verbeelding. Het geeft niet dat de regisseur zijn hand verspeeld, noch dat de film vaart mist. Het is genieten van een relaas over dappere kinderen en daarna is het wachten op een volgende, vast en zeker betere film van Gil Kenan.