Inmiddels kijken we niet meer op of om als er een film wordt gemaakt over criminele activiteiten van moslimextremisten in Amerika of andere westerse landen. Dat was een aantal jaren geleden toch anders. De eerste films die 11 september als uitgangspunt namen, benadrukten vooral de impact van de aanslagen en zorgden voor soms erg realistisch gereconstrueerd drama. Traitor, dat een minder angstaanjagend niveau bereikt dan andere post-9/11-thrillers, probeert in plaats daarvan de voorbereidingen en de rekrutering van de belagers te laten zien, zij het op een laag pitje.
Wanneer voormalig Special Operation officer Samir Horn, een Amerikaan van Soedanese afkomst, aansluiting zoekt bij jihadstrijders, is het de vraag aan welke kant hij nou werkelijk staat. Zijn duidelijke affectie voor en beoefening van het islamitische geloof maken de onderonsjes met een hoge FBI- functionaris des te verdachter. De onwetendheid over Samirs trouw weet ons te intrigeren en maakt de film het volgen waard. Een man die gelooft in het vrije woord, maar door zijn liefde voor Allah toch het tegenovergestelde bewerkstelligt, is een interessant gegeven.
De film gaat niet heel diep in op de politieke agenda van Amerika en presenteert de intriges zonder namen of data. Nieuwe inzichten in een terroristische organisatie krijgen we niet, de film laat slechts op simpele wijze zien hoe zon beweging opereert. Zo weten we verder niets van de zelfmoordterroristen, behalve dat ze hun mail checken met daarin datum en plaats van ontploffing. Regisseur Jeffrey Nachmanoff, die het geijkte stappenplan van de thriller hanteert, gebruikt het moslimextremisme als platform voor een bekend spionnen- en intrigespel, maar de film voelt ondanks deze veelbelovende elementen enigszins lauw aan. Het ontbreekt aan elan, een zekere combinatie van durf, noodzaak en opzienbarend drama. Iets wat bijvoorbeeld wel aanwezig was in de intelligente politieke thriller Syriana.
De moeite die gedaan wordt om de terroristen een gezicht te geven, valt wel te prijzen. Extremistisch leider Omar, die Samir in de hoogste kringen van de terreurgroep weet te loodsen, is een schaakspelende terrorist gespeend van al te duidelijke typeringen. Deze extreme doch sympathieke islamiet blijft moeilijk te peilen vanwege het contrast tussen zijn intelligentie en zijn radicale overtuiging. Zo spreekt hij van liefde en respect om vervolgens over te gaan tot de orde van de dag, wat inhoudt dat er honderden ongelovigen zullen sterven voor de glorie van Allah. Liefde en geweld blijven toch een onbegrijpelijke combinatie.
Om het denkbeeld dat de stereotype moslimvrezende Amerikaan over de islam heeft enigszins te ontzenuwen en het schisma tussen de twee tegenoverstaande religies te nuanceren, wordt het karakter van Guy Pearce opgevoerd, een pientere FBI-agent met een master in de Arabische taal op zak. Hij contrasteert sterk met zijn collega die nog duidelijk van de oude stempel is, zo eentje die terroristen met zijn vuisten wil overtuigen terwijl dat veel doeltreffender met woorden kan. Halverwege de film wordt duidelijk wie Samir is en is het spel wel een beetje gespeeld. Cheadles overtuigende vertolking van Samir geeft de film echter wel de nodige kleur, maar verder is het een vrij spanningsloze undercoverthriller.