Hoewel het tot een van de ingrijpendste en best gedocumenteerde gebeurtenissen uit de vaderlandse geschiedenis mag worden gerekend, was er nooit eerder een grootschalige publieksfilm gemaakt over de watersnoodramp van 1953. Nu de special effects het echter toelaten de ramp realistisch na te bootsen en alles minder vers in het geheugen (van de Zeeuwen) ligt, was de tijd er rijp voor. Ben Sombogaart nam de uitdaging aan en komt nu met De Storm, de grootste Nederlandse film van dit jaar.
Scenarioschrijvers Rik Launspach en Marjolein Beumer liepen al jarenlang rond met het idee voor een film over de watersnoodramp. De financiering kwam echter lange tijd niet rond, waardoor het project op de lange baan werd geschoven. In de tussentijd schreef Launspach zelfs nog een roman over de watersnoodramp, gebaseerd op jarenlang onderzoek. Nu is de film er uiteindelijk dan toch en, het moet gezegd, hij stelt niet teleur.
De Storm opent met een digitaal gemanipuleerd shot van de woeste Zeeuwse golven die steeds dichter bij de kust komen. De film draait om de jonge, ongehuwde moeder Julia die sinds haar zwangerschap met de nek wordt aangekeken door haar omgeving en als een schande voor haar familie wordt gezien. Als in de winternacht van 1953 het noodlot toeslaat op de boerderij van Julia en haar ouders, probeert ze haar zoontje in veiligheid te brengen door hem hoog en droog op te bergen in een kistje. Als zij zelf echter te water raakt en de volgende dag gered wordt door luchtmachtsergeant Aldo, moet ze haar baby achterlaten. De rest van de film staat in het teken van de zoektocht van Julia naar haar kind.
Ondanks de grootschaligheid van De Storm concentreert regisseur Ben Sombogaart zich wijselijk vooral op het verhaal van Julia en haar verloren kind. Julia symboliseert de duizenden slachtoffers van de watersnoodramp, die families uiteenrukte en eigendommen verwoestte. Ze is een personage met wie de kijker zich uitstekend kan identificeren. Doordat ze in de film op zoek gaat naar haar kind en daarvoor forse afstanden moet overbruggen, wordt Sombogaart een uitgelezen kans geboden om terloops een overzicht te geven van de chaos die de storm aanrichtte en hoe de Zeeuwen, zo goed en kwaad als dat kon, met de klap probeerden om te gaan. Daarbij spaart hij de Zeeuwse bevolking niet. Het merendeel van de personages in de film komt over als streng gereformeerde, bekrompen mensen die halsstarrig vasthouden aan hun eigen denkbeelden en weigeren die even opzij te zetten, zelfs in tijden van nood.
De grootste attractie van De Storm is ongetwijfeld hoofdrolspeelster Sylvia Hoeks die zich met deze rol in één klap tussen de beste Nederlandse actrices van dit moment vestigt. Ze weet de combinatie tussen naïeve kwetsbaarheid en krachtig doorzettingsvermogen, die haar personage kenmerkt, perfect neer te zetten, in een rol die haar in staat stelt alles uit de kast te halen. Hoewel de andere acteurs, vooral de Vlaamse Dirk Roofthooft als vader van Julia, ook uitstekend zijn, is dit toch vooral de show van Hoeks, die alle aandacht naar zich toe weet te trekken.
Voor de grote publieksfilm die De Storm ambieert te zijn, valt er erg weinig op aan te merken. Het scenario zit compact in elkaar en besteedt weinig aandacht aan onnodige trivialiteiten, het drama wordt goed gedoseerd en Sombogaart geeft een heel aardig beeld van de Nederlandse cultuur in de jaren vijftig. De enige kritiek is dat de film wellicht iets te netjes binnen de lijntjes kleurt. Professioneel gemaakt, met prachtig camerawerk van Piotr Kukla en dito muziek van Fons Merkies (die echter bij vlagen wel heel erg aan Vuurzee doet denken), is de film bovenal erg degelijk. Het is echter de vraag of het heel anders had gekund, omdat de belangen die op het spel staan bij deze film (budget: zes miljoen euro) te groot waren om te veel risicos te nemen. Die zijn dan ook niet genomen en hoewel dat De Storm wel degelijk tot een van de betere Nederlandse films van dit jaar maakt, had er misschien wel nóg meer ingezeten.
Lees ook het interview met regisseur Ben Sombogaart.