De filmwereld is met Neill Blomkamp weer een creatieve regisseur rijker. De 29-jarige Zuid-Afrikaan experimenteerde er lustig op los als regisseur van muziekvideos en reclamespotjes, waarbij hij met een klein budget op creatieve wijze special effects in elkaar knutselde. De lowbudgetshort enthousiasmeerde Peter Jackson dusdanig dat hij Blomkamp overhaalde tot het maken van een lange speelfilm. Het resultaat is de sciencefictionrealitycocktail , waarin de rollen uit de klassieke invasiefilms voor de verandering eens zijn omgedraaid. Maar is meer dan dat: deze frisse wind blaast het stof van de vastgeroeste sciencefictionclichés en geeft er een energieke draai aan.
Neill Blomkamp situeerde heel begrijpelijk in zijn geboortestad Johannesburg in Zuid-Afrika. De stad herbergt een mengelmoes van verschillende culturen en leent zich daardoor perfect voor een ontvangst van een buitenaards gezelschap. En het moet gezegd: zo zagen we sciencefiction nog niet eerder. Waar grote logge ruimteschepen doorgaans alleen metropolen als New York aandoen, zien we er hier eens één boven een stoffige sloppenwijk zweven. De vraag is hoe wij als mensen zouden reageren als er opeens een miljoen buitenaardse vluchtelingen voor de deur zouden staan. schetst een beeld waarin de hulpeloze aliens worden overgeplaatst naar het geïmproviseerde vluchtelingenkamp uit de titel. Het is dus onmogelijk om de metafoor over het hoofd te zien, want geen land wordt sterker geassocieerd met apartheid en etnische problematiek dan Zuid-Afrika.
Metafoor of niet, Blomkamp wíl dat de grens tussen realiteit en entertainment voor de kijker oplost als sneeuw voor de zon. Dat doet hij succesvol door echte beelden te gebruiken om de sociale omgeving van Zuid-Afrika te introduceren. De documentaireachtige stijl, die onder andere uit een reeks interviews bestaat, voegt daar weer een semirealistische toon aan toe. En dan is er nog het filmische verhaal rond het personage Wikus. Hoewel dat makkelijk verkeerd had kunnen gaan, weet Blomkamp de juiste balans tussen fictie en semirealisme in een aangename mix voor te schotelen, zonder dat de film daarbij in zijn geheel aan spanning inboet.
Dat zich heeft laten inspireren door een aantal sciencefictionklassiekers, wordt niet onder stoelen of banken geschoven. In een scène waarin Wikus, na geïnfecteerd te zijn geraakt door een buitenaards virus, voor de spiegel constateert dat zijn DNA aan het veranderen is, is de link naar al snel gelegd. Toch voelen deze schaarse knipogen naar klassiekers niet als flauwe aftreksels of ordinair jatwerk, want daarvoor is te onconventioneel. Het effectief versmelten van dit soort elementen geeft al aan dat de film zich liever een eigen identiteit aanmeet.
Naarmate het verhaal rond Wikus zich uit de documentairebeelden ontvouwt, wordt duidelijk dat ook het hoofdpersonage afwijkt van de gangbare held. Wikus is na zijn besmetting het doelwit geworden van de zelfstandig opererende organisatie Multi-National United (MNU) en vormt in die hoedanigheid de sleutel tot het activeren van het buitenaardse wapentuig. Door een reeks beslissingen in panieksituaties ontwikkelt Wikus zich als personage, waarbij zijn motieven lang niet altijd even duidelijk zijn. En eerlijk gezegd voelt dat best menselijk. Helaas gaat dat menselijke karakter niet op voor de stereotypen die ook bevolken. De in blinde haat opererende militair die jacht maakt op Wikus is onder die noemer te scharen.
Storend is dat echter niet, want in valt vooral visueel veel te genieten. Met een origineel creaturedesign heeft Weta Workshop hier uiteraard een groot aandeel in. De aliens, of prawns zoals ze worden genoemd, zijn een soort kruising tussen een insect en een garnaal en lijken daarmee geenszins op ander gespuis dat we al eerder uit de ruimte zagen komen. Zelfs met dat verfoeilijke uiterlijk straalt er nog iets menselijks uit hun ogen en dat maakt dat je gelooft dat ze er werkelijk zijn. Dat die geloofwaardigheid gecreëerd werd met een budget van slechts dertig miljoen wekt meer ongeloof. Het geeft wel aan dat Peter Jackson en Neill Blomkamp creatief met het budget zijn omgesprongen.
Richting de climax van de film worden echter pas echt alle registers opengetrokken. In een zinderende finale laat Blomkamp zien dat er inderdaad een hoge entertainmentwaarde verscholen zit in . Ontploffingen, electroblasts, machines en een hoop prawns serveren de kijker een portie ongecompliceerde actie. Gelukkig krijgt de sensatie van deze actiescènes nooit de overhand, maar biedt een mooi tegenwicht aan de eerste helft van de film. is zonder twijfel het origineelste (sciencefiction)regiedebuut in jaren en Neill Blomkamp bewijst zichzelf als een inventieve regisseur. Niet vaak zagen we de alom bekende genre-elementen zo smakelijk samengesteld als in deze sciencefictioncocktail.