Het belangrijkste resultaat van de mogelijke boycot van Alice in Wonderland door de grote Nederlandse bioscoopketens? Dat Pathé de film nu zelfs nog een week eerder in haar bioscopen heeft uitgebracht om maar optimaal te kunnen profiteren van de publiciteit rondom de film. Het is een wat goedkope marketingtruc die bovendien onnodig is. Tim Burtons Alice in Wonderland kan op eigen kracht namelijk ook heel goed mensenmassas op de been brengen.
Ondanks talloze verfilmingen en bewerkingen blijft Alice in Wonderland van Lewis Carroll een enorme aantrekkingskracht uitoefenen op filmmakers met een bovenmatige interesse in het fantastische. Tim Burton, specialist in fantasievolle verhalen vol excentrieke figuren, kon het aanbod van Disney om een nieuwe interpretatie aan het verhaal te geven dan ook onmogelijk naast zich neerleggen.
In het ingenieuze scenario van Linda Woolverton (The Beauty and the Beast, The Lion King), die gelukkig durft af te wijken van het heilig verklaarde bronmateriaal, is Alice niet meer een verward meisje van zeven dat voordurend vol verbazing van de ene in de andere wonderlijke situatie belandt, maar een potige adolescent van negentien die op het punt staat te trouwen. Daar heeft ze echter weinig zin in en als ze wegrent van haar verlovingsfeest, valt ze in het welbekende konijnenhol dat de toegang vormt tot Wonderland. Daar maakt ze kennis met de vreemdste figuren, onder wie de Mad Hatter en de Red Queen, die Wonderland in een ijzeren greep houdt.
De verwachtingen zijn onvermijdelijk hoog gespannen als Tim Burton en Johnny Depp een nieuwe film aankondigen. Alice in Wonderland is, na meesterwerkjes als Edward Scissorhands en Ed Wood, alweer hun zevende samenwerking, maar het is helaas niet hun beste geworden. Dat ligt grotendeels aan het probleem dat Burton pas in een vergevorderd stadium, toen het scenario van Woolverton er al lag, bij de film werd betrokken, waardoor je het gevoel krijgt dat zijn creativiteit enigszins wordt ingeperkt door de strakke kaders van Disney.
Aan deze Alice in Wonderland blijft namelijk een zure, commerciële nasmaak kleven. Dit is een film die zo expliciet gericht is op het bereiken van een zo groot mogelijk publiek dat het bijna gaat irriteren. Zo lijkt de keuze om Alice opeens negentien jaar te maken niet zozeer ingegeven door inhoudelijke redenen, maar vooral om de tienermeisjes aan te spreken. De gezinnen met kinderen worden al aangetrokken door het legendarische verhaal, dus wat blijft er dan nog over: de fanboys. Als de naam van Tim Burton op het affiche niet genoeg is om deze groep naar de bioscoop te lokken, moet het 3D-effect de klus wel klaren. De 3D-technologie wordt nogal gemakzuchtig gebruikt en voegt weinig tot niets toe aan de film, die het op dat front moet afleggen tegen het technisch superieure Avatar.
Maar gelukkig is Tim Burton bijna niet in staat een echt slechte film te maken (op het desastreuze Planet of the Apes na dan) en houdt hij Alice in Wonderland voortdurend interessant en geestig, ondanks de onvolkomenheden. Elk shot is een lust voor het oog en de art direction is, zoals altijd bij Burton, om van te watertanden. Daar komt bij dat de fijne, typische Burtoneske humor ook in deze grote blockbuster gelukkig niet ontbreekt. De verloofde van Alice, Hamish, wordt bijvoorbeeld heerlijk overdreven neergezet en ook het personage van de Red Queen, formidabel gespeeld door de veelzijdige Helena Bonham Carter, die Johnny Depp in haar schaduw laat staan, is ontzettend geestig en morbide. Deze aspecten maken dat niemand zich ook maar een moment hoeft te vervelen bij Alice in Wonderland. Van Tim Burton verwachten we alleen net iets meer dan alleen een visueel spektakel en daarin stelt deze Alice, hoe spijtig dat ook is, toch wat teleur.