Sinds het succes van Avatar kan er geen film in 3D uitkomen of James Cameron zal er over zeuren. Steeds weer is er onvoldoende tijd in de 3D gestoken of is het enkel een niets toevoegende gimmick. Het feit dat Cameron zelf de trend van 3D als lege huls heeft gezet wordt in zijn klaagzangen systematisch vergeten. Over Legend of the Guardians kan Cameron echter ongetwijfeld niets te klagen hebben. De 3D is adembenemend prachtig en uitermate functioneel. Helaas doet ook het slechte scenario terugdenken aan Avatar. Cameron kan trots zijn op zijn invloed op de filmwereld.
Soren en Kludd zijn twee jonge uilen. Soren is een dromer die nog steeds gefascineerd luistert naar de verhalen van zijn vader over de spannende legendes van de Bewakers van Gahoole, een mythische groep uilen die al eeuwenlang verwikkeld is in een strijd met het kwaad. Kludd moet niets hebben van de verhalen en nog minder van zijn broertje. Zeker als blijkt dat Soren over een uitzonderlijk vliegtalent te beschikken, wordt Kludd steeds jaloerser. Op een dag worden de twee jonge uilen ontvoerd door de kwaadaardige Pure Ones. In hun drang naar werelddominantie onderwerpen zij steeds meer uilen aan zich. Een deel dwingen ze tot slavenarbeid, terwijl de sterke uilen door hen worden opgeleid tot strijders.
Terwijl Kludd hier een kans ziet om zich te bewijzen, heeft Soren direct door dat een groot gevaar boven hun hoofd hangt. Om dit te voorkomen zal hij de Bewakers van de Gahoole moeten vinden. Een barre toch volgt waarbij steeds meer uilen zich bij zijn reisgezelschap aansluiten.
Legend of the Guardians: The Owls of GaHoole is gebaseerd op de eerste drie boeken van de populaire gelijknamige boekenreeks van Kathryn Lasky. Dat klinkt als veel materiaal voor één film, en dat is het ook. Soren en zijn mede-uilen zijn constant in een race tegen de klok en in een gevecht met de dood verwikkeld. De film zelf lijkt nog meer haast te hebben dan zijn personages. Wordt Soren op een gegeven moment verteld dat de reis pas net begonnen is en zijn reisdoel nog zeer ver weg, één scène later komt hij al aan. Met dit tempo maakt Legend of the Guardians zich er makkelijk vanaf, wat de queeste op papier toch een stuk indrukwekkender maakt dan op het witte doek.
Door de ongelofelijke haast die de film heeft zijn alle personages gereduceerd tot inhoudsloze uitersten. Sommige zijn goed, andere slecht. Enkele personages worden nog iets meer uitgediept en krijgen nog eigenschappen als dichter of dromer mee, maar hier moeten we het mee doen. Complex en spannend wordt het nergens, wij kijken anderhalf uur naar saaie bordkartonnen personages. En dat is ironisch, want ze zien er wel onwaarschijnlijk mooi uit in 3D.
Sommige films zijn bij uitstek geschikt voor 3D. Legend of the Guardians is hier misschien wel het beste voorbeeld van. In de film wordt veel gevlogen, er wordt veel gevochten en de natuur heeft een prominente rol. De makers gebruiken 3D niet als flauw middel om zaken naar het publiek te gooien. Legend of the Guardians gebruikt 3D om de gracieuze vliegscènes van de uilen nog mooier in beeld te brengen. De 3D wordt ook gebruikt om de prachtige setting en het onstuimige klimaat een prominentere rol te geven. Alleen al voor de scène waarin Soren in slowmotion door de regen vliegt is de 3D-versie een must. Hier is 3D voor gemaakt.
Toch heeft ook dit weer een nadeel. De uilen van Legend of the Guardians onderscheiden zich van elkaar en van hun nachtelijke omgeving door hun prachtig gekleurde vacht en felle ogen. En die zijn in de 2D-versie toch een stuk scherper en feller. Toch wint 3D het uiteindelijk nog ruim van 2D. Het maakt de film niet alleen veel mooier, het geeft de uilen en de wereld vooral een ziel. De 3D van Legend of the Guardians voegt niet alleen een dimensie in de diepte aan de film toe, maar maakt de film op elk vlak voller. En hoewel dat het waardeloze scenario bij lange na niet redt, maakt het de film wel mooier dan Avatar. James Cameron, kijk goed, dít is hoe je 3D zou moeten gebruiken.