Levend begraven worden, wie heeft die nachtmerrie nooit gehad? Vele verhalen hebben al dankbaar gebruik gemaakt van deze menselijke oerangst. Zelden echter zo effectief als in Buried, waar onze angst realiteit wordt en wij vijfennegentig minuten lang niet onder de grond vandaan komen. Ook wij als kijker liggen begraven en terwijl de tijd langzaam doortikt, lijkt niet alleen de zuurstof in de kist maar ook die in de bioscoopzaal steeds verder op te raken.
Buried opent met zwart beeld. Wij horen iemand hijgen en om zich heen tasten. Na een tijdje gaat een aansteker aan. Paul Conroy kijkt verschrikt om zich heen naar de donkere, kleine ruimte waar hij ligt. Hij is levend begraven met slechts een mobiele telefoon en een aansteker. In de minuten die volgen moet Paul er alles aan doen om zijn leven te redden voordat zijn zuurstof opraakt. Negentig claustrofobische minuten die de kijker in realtime met Paul meemaakt.
Die tijd besteedt Paul aan telefoneren. Naar zijn vrouw, zijn werkgever, de politie. Wij krijgen de gesprekspartners van Paul niet te zien. Ook achtergrondinformatie wordt niet gegeven. Als Paul ruzie maakt met een vrouwelijke gesprekspartner, weten wij niet of dit een ex is, of misschien wel een schoonzus. Niet alleen fysiek zijn wij gebonden aan de kist, ook onze kennis reikt niet verder.
Wij hebben zodoende niets anders dan het personage van Ryan Reynolds, die ook nog eens vrijwel de gehele film in close-up gefilmd wordt. Reynolds excelleert gelukkig als de gewone man in een wanhopige situatie. Paul is lang niet altijd druk bezig met een uitweg zoeken. Aan zijn vechtlust komt soms een einde en het lukt Reynolds deze gevoelens perfect op de kijker over te brengen. Met zijn ogen, en als hij zijn aansteker moedeloos laat doven zelfs met zijn ademhaling.
Toch is er ook voor humor een plek in de uitzichtloze situatie onder de grond. Regelmatig belt Paul mensen die niet opnemen, en krijgt hij uiteindelijk toch iemand aan de lijn, dan blijkt na een paar hoopvolle seconden dat hij tegen een lollig bedoelde voicemail aan het aanpraten is. En als Paul zijn werkgever probeert te bellen, zet deze hem doodleuk in de wacht. Een vrolijk deuntje wordt afgewisseld met ingesproken boodschappen over de klantgerichtheid van het bedrijf. De humor is pikzwart, maar ook erg welkom.
Buried maakt vakkundig gebruik van de weinige technieken die voorhanden zijn. Zo wordt er gebruik gemaakt van drie verschillende lichtbronnen met elk hun eigen kleur wat ervoor zorgt dat het beeld niet verveelt. De film lijkt overigens gemaakt voor de bioscoop. De beeldverhoudingen in een totaal verduisterde zaal doen verdacht veel denken aan een kist. Minimalistisch werken maximaliseert de ervaring die regisseur Rodrigo Cortés op de kijker overbrengt. Bij het verlaten van de bioscoopzaal zul je snakken naar adem.