Langer dan een jaar hoeven we meestal niet te wachten op een nieuwe film van Ethan en Joel Coen. True Grit, een remake van de klassieker met John Wayne, kreeg onlangs tien Oscarnominaties; een record voor een Coenfilm. Toch is dit niet hun beste werk geworden.
Waar in Barton Fink en A Serious Man de tijdgeest alleen nog op de achtergrond meespeelde, is True Grit echt een periodefilm. Het mag nauwelijks een verrassing heten dat de Coens ook het Wilde Westen met flair en overtuiging brengen, maar die setting blijkt ook een beperking te zijn. Het belegen taalgebruik haalt de vaart uit de dialogen, waardoor de kenmerkend snelle en gevatte gesprekken vaak uitblijven.
Het eerste half uur is nog veelbelovend. Twee vroege hoogtepunten van de film zitten in een onderhandelingsscène van het veertienjarige hoofdpersonage Mattie Ross en de introductie van Rooster Cogburn, de man met wie ze de rest van de film zit opgescheept.
De pientere en zelfs een beetje geslepen Mattie (overtuigend neergezet door de jonge Hailee Steinfeld) bewijst haar leeftijd ver vooruit te zijn wanneer ze een koopman vastpraat en de paarden van haar vermoorde vader aan hem terugverkoopt. Het enige wat Mattie wil is moordenaar Tom Chaney grijpen, maar daar heeft ze wel een onverschrokken held voor nodig.
Ze komt uit bij de zuipende, ordinaire veteraan Cogburn, die zich voor een rechter moet verantwoorden voor het zoveelste schietincident. In deze geestige scène wordt een van de grote troeven van de film geïntroduceerd: de aanstekelijke, vet aangezette rol van Jeff Bridges. Cogburn is zeker de onverschrokken en ervaren persoon die Mattie zoekt, maar ook een roekeloze idioot die het niet zo nauw neemt met ethiek.
Maar dan neemt het tempo van de film af. Met nog een tweede hulp, Texas Ranger LaBoeuf, begint Mattie aan de zoektocht. Zij, LaBoeuf en Cogburn hebben ieder hun eigen reden om de moordenaar te vinden. In het begin zijn die contrasten tussen de persoonlijkheden nog vermakelijk, maar dat wordt snel eentonig.
Mattie komt buiten het dorp al snel niet meer zo gevat over. Haar personage wordt het stereotype van de geciviliseerde dame in een harde mannenwereld. Personages blijven te eenzijdig en het herhaaldelijke gekibbel haalt het tempo uit de film. De zwart-humoristische ondertoon die we van de Coens kennen komt af en toe weer naar boven, maar niet genoeg om de boel echt vaart mee te geven.
Toch is dat geen dooddoener, want True Grit is een vaardig gemaakte film, met een oogstrelende art direction en idem cameravoering. Het geheel komt tot een meesterlijke climax als Cogburn tegenover vier van Chaneys bendeleden komt te staan.
Pas na die ontknoping worden de personages gelaagder en menselijker. Eigenlijk is het daar dan al te laat voor, maar de klasse waarmee die nasleep wordt gebracht, maakt veel goed. In de epiloog wordt alles iets te veel uitgelegd, maar het is een einde dat op meerdere niveaus werkt, zoals we van de Coens gewend zijn.