Gérard Depardieu maakt in Mammuth maar weer eens duidelijk hoe groot het verschil tussen een acteur en een filmster kan zijn. Geen seconde hoeft er getwijfeld te worden aan de oprechtheid van de rol die hij zich aanmeet, zodat we tot aan de aftiteling een echt personage zien en geen typetje. Door zijn deelname aan deze tragikomische roadmovie uit hij naar eigen zeggen zijn liefde voor het vak.
Misschien acteert hij wel beter per vege kilo aan zijn lijf, want met zijn gewicht van ruim honderd kilo schoon aan de haak zet Depardieu hier een glansrol neer. Hij is Serge, een viezige pensionado ergens in Frankrijk die er na veertig jaar arbeid achterkomt dat zijn werkgevers het niet nauw namen met zijn AOW. Hij ziet er zelf overigens ook niet uit alsof hij zich er ooit om bekommerde. Met zijn dikke buik, haar als manen en een uitgebluste blik is hij, voor zover mogelijk, de mislukte versie van Randy the Ram uit The Wrestler van Darren Aronofsky. Zou het toeval zijn dat de camera hem soms in lange takes over de schouder volgt?
Serge moet onder dwang van zijn vrouw, die zijn gehannes op de eerste dag van zijn pensioen al zat is, bij zijn voormalige werkgevers langs om zijn oudedagvoorziening te regelen. Op zijn antieke motor (een Münch Mammuth) rijdt hij Frankrijk in. De precieze geografische bepaling is overbodig, want in een roadmovie als deze gaat het zelden om de fysieke afstand die de hoofdpersoon aflegt. Gelukkig is de psychologische kant van Mammuth in grote lijnen wel geslaagd te noemen. Dat komt vooral door Serge die met zijn hart zo groot als dat van een olifant net zo vertederend kan zijn als een kind.
Serge verbindt nergens een waardeoordeel aan, ook al heeft hij daar genoeg redenen voor. Na veertig jaar geestdodende arbeid lijkt weinig hem nog te raken. Het script van regisseurs Benoît Delépine en Gustave Kervern maakt veel ruimte voor de ontwikkeling van zijn personage. Toch is het met de kennis van het aandoenlijke einde wel jammer dat er daarnaast vooral nadruk ligt op absurdisme; de regisseurs creëren daarmee een afstand tot hun personages die juist van dichtbij erg ontroerend hadden kunnen zijn. Intieme momenten zijn spaarzaam, terwijl het juist die oprechte uitspattingen van klunzigheid, geluk of verdriet zijn die de film zo menselijk maken.
Niettemin is de absurdistische humor even bevreemdend als geestig. Geen randpersonage is normaal en Serge lummelt er maar wat tussendoor. Zijn nichtje Solange, dat eigen kunst van uit elkaar getrokken kinderspeelgoed luguber door de tuin uitstalt, is niet erg snugger en wat apart bovendien. Toch is zij voor Serge de reden om zijn leven anders in te delen. Tijdens sfeervolle en soms wat surrealistische momenten groeien zij naar elkaar toe, al hebben ze op papier weinig met elkaar op. Ook de aanvaringen tussen de hoofdpersoon en een competitieve strandjutter zijn erg geestig. Deze vindt het maar niets dat
Serge op 'zijn' strand naar verloren kleingeld zoekt.
De tederheid waarmee Depardieu Serge aan het publiek verkoopt is te aanstekelijk om zich naar de achtergrond te laten dringen door de absurdistische toon. Delépine en Kervern maakten in het verleden soortgelijke films (Aaltra, Louise-Michel), maar het zou hun oeuvre sieren als ze hun komische noot iets zouden laten varen. Ze zijn zonder meer bedreven in grapjes uitbeelden, maar met Mammuth tonen ze aan dat ook een fijnbesnaarde vorm van drama bij hen in goede handen is.