Pirates of the Caribbean: On Stranger Tides
Recensie

Pirates of the Caribbean: On Stranger Tides (2011)

Het vierde avontuur van Jack Sparrow valt gelukkig niet al te veel in herhaling, maar brengt helaas niets wat echt bij zal blijven.

in Recensies
Leestijd: 5 min 9 sec
Regie: Rob Marshall | Cast: Johnny Depp (Jack Sparrow), Penélope Cruz (Angelica), Geoffrey Rush (Barbossa), Kevin McNally (Joshamee Gibbs), Ian McShane (Blackbeard), e.a. | Speelduur: 141 minuten | Jaar: 2011

Inmiddels alweer acht jaar geleden bleek de eerste Pirates of the Caribbean een verrassend prettige en succesvolle zomerblockbuster. De film lanceerde de carrières van Orlando Bloom en Keira Knightley, gaf Johnny Depp zijn huidige sterrenstatus en bracht zodanig veel geld in het laatje dat producent Disney er een nieuwe melkkoe bij had. Dat resulteerde in twee vervolgfilms waarin de aanstekelijke humor en inventieve actiescènes behouden bleven, zij het spijtig genoeg steeds vaker ten koste van een consistent verhaal. Nadat de reeks met At World’s End een epische climax had bereikt, was het voor de makers moeilijk denkbaar om met een vierde deel nog groter uit te pakken, dus werd ervoor gekozen een iets kleinere en meer personagegerichte film te maken. Dat eerste lukt aardig maar op het gebied van het tweede worden helaas nog wat plankjes misgeslagen.

Aangezien de derde film regelmatig verstrikt raakte in allerlei plotlijntjes en fantasieregeltjes, was het niet minder dan logisch dat deze vierde film qua opzet een stuk simpeler moest worden. Het uitgangspunt om het vierde deel te centreren rondom publieksfavoriet Jack Sparrow biedt dan ook een mooie gelegenheid om schoon schip te maken in de serie. Waar in de eerdere vervolgfilms praktisch alle personages uit het eerste deel terugkeerden (tot zelfs de kleinste bijrol), daar zien we nu naast Jack enkel de vertrouwde gezichten terug van zijn oude vijand Barbossa, zijn vriend Gibbs en zijn vader Teague, al is het optreden van die laatste in een oogwenk weer voorbij.

At World’s End eindigde ermee dat Jack Sparrow weer eens zijn geliefde schip verloor, maar nog wel in het bezit bleek van een kaart die naar de Bron van de Eeuwige Jeugd leidde. On Stranger Tides haakt daarop in wanneer Jack door een samenloop van omstandigheden in Londen herenigd wordt met Barbossa, die sinds hun laatste ontmoeting zowel zijn been als Jacks schip heeft verloren en nu als kaper in dienst is bij de Britse koning. Deze geeft Jack de opdracht deel te nemen aan een expeditie teneinde de Bron van de Eeuwige Jeugd te vinden. Jack heeft uiteraard geen interesse in een vast dienstverband, dus ontsnapt hij op zijn gebruikelijke spectaculaire wijze.

Niet veel later komt de piraat zijn oude vlam Angelica tegen, die schijnbaar dezelfde intenties heeft als de Britse koning. Dankzij haar overtuigende handelen bevindt Jack zich al snel op het schip van Blackbeard, de alom gevreesde piraat die Angelica’s vader blijkt te zijn. Met de Britse én de Spaanse marine in hun kielzog zetten Jack, Angelica en Blackbeard koers naar de Nieuwe Wereld. On Stranger Tides is in deze eerste akte vele malen vlotter dan zijn twee voorgangers en blijkt ook qua structuur een stuk rechtlijniger: het is een ouderwetse schattenjacht waarin de talloze kapers op de kust zowel de (boven)natuurlijke elementen als elkaar moeten trotseren. Daarmee keren de makers enigszins terug naar de relatieve eenvoud van het eerste deel, al doet het soms ook denken aan een Indiana Jones-film.

Helaas begint het niveau na de veelbelovende start wat in te zakken. Dat komt grotendeels doordat Rob Marshall, de nieuwe regisseur van dienst, niet de schwung heeft waarmee zijn voorganger Gore Verbinski de voorgaande delen vaak zo opwindend wist te maken. Die films vlogen weliswaar nu en dan stevig uit de bocht maar wat Marshall doet is misschien nog wel riskanter: hij speelt erg veel op safe. Overigens was het - in het kader van een nieuwe start - misschien handig geweest om ook bij het schrijversteam voor wat verse inbreng te zorgen. Vaste deelnemers Ted Elliott en Terry Rossio tonen als vanouds hun creativiteit, maar verliezen zich ook nu weer enkele malen in onnodig gecompliceerde situaties en opzetjes terwijl andere zaken juist onderbelicht blijven.

Jack Sparrow is jammer genoeg een slachtoffer van deze nalatigheid. Zijn iconische status zal dit personage nooit meer verliezen, maar het lijkt erop dat zijn aanwezigheid in deze reeks steeds meer voor lief wordt genomen; veel te vaak staat Jack aan de zijlijn te wachten tot het plot hem zijn speelmomenten geeft. Will Turner en Elizabeth Swann worden niet gemist (hun verhaal was immers met de derde film wel uitverteld) maar door hun afwezigheid blijkt wel hoe essentieel hun interactie met Jack was. Dit personage is namelijk gebaat bij een goede oppositionele aangever. Nieuwe inbreng Angelica voorziet enigszins in die behoefte maar er wordt te hard geprobeerd om van haar een gelijkwaardige opponent voor Jack Sparrow te maken. Helaas komt Blackbeard als de schurk er ook tamelijk bekaaid vanaf, vooral in vergelijking met zijn twee kleurrijke voorgangers Barbossa en Davy Jones.

Ondanks de lekker simpele start sluipen er gaandeweg steeds meer elementen in het plot die de film eerder verzwaren dan versterken. De introductie van zeemeerminnen pakt nog best goed uit, maar de aanwezigheid van voodoopoppetjes en zombiepiraten (die geen ander doel dienen dan eng kijken en mensen afmaken) leidt vooral af. Alle kritische noten vallen echter in het niet bij de buitengewoon inspiratieloze romance tussen een zeemeermin en een missionarismatroos. Dit subplot mist alle relativerende humor die deze reeks groot heeft gemaakt en trekt ook volkomen geruisloos aan Jack Sparrow voorbij, wat de intentie op zijn personage te focussen behoorlijk tenietdoet.

Maar voor eenieder die over deze tekortkomingen heen kan kijken, biedt On Stranger Tides een dikke twee uur lang prettig vermaak. Zoals gebruikelijk ziet alles er prachtig uit (omdat er vooral op uitgebreide sets en echte locaties is gefilmd, komt ook het 3D-effect goed uit de verf), de actie is effectief en er wordt gelukkig niet veel in herhaling gevallen ten opzichte van eerdere delen. Iets wat deze reeks steeds heeft volgehouden, is dat elk deel een andere slotsituatie heeft: iedere film eindigt ergens anders dan waar hij begint. Bij dit vierde deel is dat niet anders. Tegen het einde zijn de kaarten weer volop geschud, zodat er genoeg ruimte is voor een potentieel interessant vijfde deel. Op basis hiervan mag de serie gerust worden voortgezet, maar of deze ooit nog eens een stevige voltreffer zoals de eerste film zal voortbrengen, wordt steeds twijfelachtiger.