De Nederlandse dansfilm staat nog in zijn kinderschoenen te wachten aan de zijlijn. Aan de andere kant van de Atlantische plas zijn de titels haast niet aan te slepen. De Verenigde Staten heeft nu eenmaal een lange traditie met vele klassiekers, waarvan een aantal inmiddels alweer in de remake is gegooid. De recente stroom bestaande uit titels als Step Up en Honey is nu eindelijk naar ons land overgewaaid. Body Language gaat de boeken in als de eerste echte Hollandse dansfilm, maar laat eveneens zien dat wij kaaskoppen nog veel te leren hebben.
De Amerikaanse en Britse tegenhangers lieten al zien dat je wat betreft plot niet al te veel moet verwachten in het genre. Dat hoeft bij een overweldigende stroom flitsende choreografieën geenszins een bezwaar te zijn. Bij Body Language is het al niet veel anders. Vijf compleet verschillende dansers zullen het wel even gaan maken bij een prestigieuze danswedstrijd in The Big Apple. Het feest lijkt op het laatste moment niet door te gaan omdat de subsidiekraan wordt dichtgedraaid. De dansers besluiten dan maar op eigen houtje de gok te wagen en af te reizen naar de States. Ze maken kennis aan boord van het vliegtuig en vormen spontaan een nieuwe crew. In New York lopen ze tegen illusies, nieuwe liefdes, teleurstellingen en verse vriendschappen aan.
In Body Language zijn de hoofdrollen weggelegd voor een clubje spelers die hun sporen in de danswereld hebben verdiend of aan diverse televisieprogrammas als So You Think You Can Dance en De Weg Naar Fame hebben deelgenomen. Het project kreeg nog wat extra publiciteit door de tv-serie The Real Body Language, waarvan het echtheidsgehalte overigens sterk in twijfel moet worden getrokken. De vraag of de dansers ook een beetje konden acteren leek van ondergeschikt belang, wat je er ook wel aan afziet.
Er wordt teleurstellend weinig gedanst in de eerste helft van dit speelfilmdebuut van Jeffrey Elmont. Kostbare schermtijd wordt verspild aan een kennismakingsrondje van de stereotiepe personages en hun tamelijk oninteressante verhaallijntjes. Opvallend is hoe vaak de jongeren hun problemen solo van zich af dansen. Zo is Samuel de helft van de tijd aan het springen en rennen en belandt Tara in haar eentje in een louche striptent. Iets minder eenzaam is het voor Ray die op zoek is naar zijn echte vader en daarbij hulp krijgt van een klein jochie, terwijl Quincy en Nina een onderlinge paringsdans uitvoeren. Als de vijfkoppige crew gezamenlijk de voetjes van de vloer mag gooien kost het zichtbare moeite om een overtuigende chemie op te roepen.
De bewegingskunstenaars zijn zo hard met hun eigen sores bezig dat ze haast vergeten dat ze ook nog een danswedstrijd te winnen hebben. Die wordt er door Elmont dan ook in recordtempo doorheen gejast. Als aftrap van een nieuwe nationale discipline laat Body Language nogal wat kansen liggen. De choreografieën komen nog wat kleurloos uit de verf. Dit komt ook door de afgezaagde technieken die de filmmaker heeft ingezet om al het gedans in beeld te brengen. Slow motion is een stijlmiddel dat om dosering vraagt. Elmont heeft de danssequenties als dramatisch middel in willen zetten en ze niet tot doel op zich gemaakt. Deze gewaagde keuze roept bewondering op, maar pakt niet effectief uit. We hadden in ons land toch beter de kunst van de Amerikanen af kunnen kijken.