Drie decennia geleden, in de tijd dat ze ook haar eerste Oscarnominatie voor een bijrol in The World According to Garp in de wacht sleepte, speelde Glenn Close off-Broadway in de toneelproductie Albert Nobbs. Haar titelrol in het toneelstuk was gebaseerd op een kort verhaal dat de Ierse schrijver George Moore bijna een eeuw geleden publiceerde. Close ontwikkelde zich als een veelzijdig actrice en kreeg bij het grote publiek grote bekendheid met haar vertolkingen in titels als Fatal Attraction en Dangerous Liasons. De rol van de Ierse butler Albert Nobbs zou de actrice echter haar hele carrière bijblijven. Close leurde bijna vijftien jaar in Hollywood met het plan om het boek annex toneelstuk tot speelfilm te bewerken. Hongaar István Szabó werd begin deze eeuw gepolst voor de regie, maar de financiën zaten tegen en het project werd afgeblazen.
We zijn inmiddels een jaar of tien verder en Close heeft het project uiteindelijk toch van de grond gekregen. Szabó staat nog steeds op de titelrol voor het aankleden van Moores verhaal, maar het regiestokje werd overgegeven aan Colombiaan Rodrigo García. Close werkte met schrijvers John Banville en Gabriella Prekop aan het scenario. Albert Nobbs speelt zich af in het Ierland aan het eind van de negentiende eeuw. Het was een economisch barre tijd, waarin de baantjes niet bepaald voor het oprapen lagen en je bij de minste aanleiding op straat kon komen te staan. Albert is een zwijgzame, gedisciplineerde butler die al sinds jaar en dag in een hotel werkzaam is. Hij draagt echter een groot geheim met zich mee. Albert is eigenlijk een vrouw en deze ontdekking zou tot onherroepelijk ontslag leiden. Maar ook de droom om een eigen sigarenwinkel te beginnen zal in duigen vallen zodra Albert ontmaskerd wordt. De butler doet er dan ook alles aan om zo onopvallend mogelijk door het leven te gaan.
Close speelt haar personage dertig jaar later sereen en zelfbewust en met onvervalst Iers accent. De make-up dong mee naar een Oscar. Geheel terecht, want Close zou met enigszins dichtgeknepen ogen nog best als een vent door kunnen gaan. García slaagt erin het complexe klassenmilieu vorm te geven. Hij kan daarbij rekenen op bijrolacteurs als Brendan Gleeson en Jonathan Rhys Meyers, die in Albert Nobbs teleurstellend weinig om handen hebben. Vreemd genoeg komt de aandacht na flink een uur steeds meer te liggen op wat ooit een zijplotje leek over een klusjesman gespeeld door Kick-Ass-acteur Aaron Johnson en dienstmeid Helen. De veel interessantere interactie tussen Close en Janet McTeer (die eveneens eind februari naast een Oscar greep) komt hierdoor op een zijspoor te staan.
Oninteressante, haast alledaagse verwikkelingen overschreeuwen de emotionele ontwikkeling waar Albert doorheen moet. In kwalitatief opzicht valt Close vertolking in Albert Nobbs te vergelijken met die van Meryl Streep in The Iron Lady: beide dames blinken uit in en geven glans aan een verder povere film. Het toeval wil dat ze ook nog eens om dezelfde Oscar streden. Close zet een knappe prestatie neer, vooral omdat haar rol de nodige beperkingen met zich meebrengt. Albert is nogal een grijze muis is, die je eens flink door elkaar zou willen schudden.
Albert Nobbs is liefdevol en vakkundig gemaakt, maar kleurt keurig binnen de lijntjes. Er is geen ruimte voor wilde uitspattingen, onverwachte plotwendingen of zelfs heftige emoties van het titelpersonage. Zij/hij laat het allemaal maar gelaten over zich heenkomen, zoals het een professioneel butler betaamt. Bovendien worden er geen uitspraken gedaan over de seksuele voorkeuren van mevrouw Nobbs. Ze ziet een huwelijk met de veel jongere Helen wel zitten, maar komt deze wens voort uit liefde of uit maatschappelijk plichtsbesef? Juist door hier niet op door te pakken blijft dit ogenschijnlijk onbelangrijke thema - Albert is namelijk behoorlijk aseksueel in de lucht hangen en om aandacht vragen. Glenn Close krijgt dat gouden beeldje nog wel eens, maar hopelijk voor een uitdagendere film als Albert Nobbs.