Clash of the Titans uit 1981 was een uitstekende kandidaat voor een remake. Zelfs voor zijn tijd deed de film ouderwets aan en de effecten konden wel een update gebruiken. Die remake kwam er in 2010, en deze film leek op zijn beurt juist weer níet geschikt voor een vervolg. Toch is er nu Wrath of the Titans, maar misschien is het beter als de filmserie hier stopt.
Wrath of the Titans speelt zich tien jaar na de gebeurtenissen uit Clash of the Titans af. Halfgod Perseus leeft met zijn zoon Helios een aards bestaan als visser in een klein dorpje, ver verwijderd van alle problemen op de Olympus. Hier komt snel verandering in als zijn vader, de god Zeus, hem om zijn hulp komt vragen. Door de afnemende kracht van de goden dreigen de Titanen uit hun gevangenis te breken, en al snel moet Perseus opnieuw in actie komen.
Met films als Terminator Salvation en Avatar heeft Sam Worthington zich in de afgelopen jaren opgewerkt tot één van de nieuwe actiehelden van Hollywood. Op dat gebied overtuigt hij dan ook opnieuw prima in de rol van Perseus. Het personage is echter nog steeds zo eendimensionaal als in de eerste film. Wederom moet Worthington het opnemen tegen verschillende mythologische monsters, maar ook tegen een oppervlakkig en clichématig script. Dan mag Worthington nog zon grote actieheld zijn, daar kan hij niet tegenop.
De relaties tussen de personages in de Griekse mythologie zijn complex. Een beter script had dan ook een episch en diepgaand verhaal kunnen vertellen over de banden tussen vaders en zonen, en goden en mensen. In Wrath of the Titans blijven deze relaties oppervlakkig en worden ze gereduceerd tot kinderachtig gezeur. Vooral Ares, de verongelijkte halfbroer van Perseus, maakt zich hier schuldig aan. Zijn constante gedram maakt hem ondanks zijn fysieke kracht niet dreigender, wel vervelender.
Van de gehele cast halen Neeson en Fiennes als de goden Zeus en Hades nog het meeste uit hun rollen. Hun motivaties en dialogen zijn niet minder clichématig, maar dankzij hun talent en voorkomen weten ze boven het materiaal uit te stijgen. Zij maken van de gevallen goden en in onmin geraakte broers Zeus en Hades de interessantste personages van de film. Als hun broer Poseidon komt Danny Huston er in een ondankbaar rolletje opnieuw bekaaid vanaf.
Het is de actie die de film nog een beetje vlot trekt. De film heeft een hoog tempo en snoert de personages regelmatig de mond om tot het spektakel over te gaan. De actiescènes zijn echter vaak rommelig gefilmd en gemonteerd, en worden nergens echt opwindend. Hetzelfde geldt voor de special effects. De verschillende monsters rennen, stampen en vliegen overtuigend in het rond - vooral de Titaan Kronos is indrukwekkend - maar worden uiteindelijk nooit meer dan mooi gerenderde plaatjes. Ondanks de goed verzorgde effecten ziet de rest van de film er wat goedkoop uit. Indrukwekkende legers zijn helemaal niet zo groot en sommige sets zien er zelfs leeg en klein uit.
Lichtpuntjes in de film zijn de leuke bijrollen van Toby Kebbell als de aan lager wal geraakte halfgod Agenor en Bill Nighy als Hephaistos, de verwarde wapensmid van de goden. Beiden lijken de meeste lol in hun rollen te hebben en brengen tussen alle misplaatste ernst nog wat leven in de brouwerij. Ondanks de aanwezigheid van een aantal topacteurs en goede special effects is Wrath of the Titans niet meer dan een plat avonturenfilmpje. Ook de 3D-effecten voegen daar niets toe en zijn op een handvol momenten na zelfs nauwelijks zichtbaar.