Een SWAT-team doet een inval in een appartementencomplex, ergens in de sloppenwijken van Jakarta. Het doel: een gangsterbaas elimineren die zich op de bovenste verdieping van het gebouw heeft verscholen. Deze Tama geeft zich niet zomaar zonder slag of stoot gewonnen; hij laat het complex vergrendelen en doet een beroep op de bewoners - een verzameling moordenaars, drugscriminelen en andersoortig tuig - om hem te beschermen. Wat volgt is een confrontatie die door Hollywood grootgebrachte actiesterren als Sylvester Stallone, Arnold Schwarzenegger en Jean Claude van Damme zelfs nog van pijn ineen zou laten krimpen.
Want hoe omvangrijk de Amerikaanse traditie op het gebied van actiefilms ook is, voor een echte knokpartij moet je bij de Aziaten zijn. Hier geen praat- en schietgrage testosteronbonken die elkaar de loef proberen af te steken met snedige oneliners en banaal machogedrag, maar bikkelharde politieagenten op een missie. In The Raid gaan de makers zonder enige terughoudendheid te werk; vanaf het moment dat hoofdpersonage Rama de deur uitloopt bij zijn zwangere vrouw en zich bij de politie-eenheid voegt, ontspint zich een achtbaanrit die elke vorm van zachtzinnigheid vreemd is.
Een arsenaal aan (machine)wapens komt eraan te pas, maar zelfs als de mannen zonder munitie zitten, gaat de strijd onverminderd verder. Nekken, knieën en ruggen breken, gezichten worden aan flarden geschoten, om nog maar te zwijgen van de vele toepassingen van een kapmes of een hakbijl op het menselijk lichaam - iets wat naar alle waarschijnlijkheid geen plastische beschrijvingen behoeft.
Dat deze overdaad aan geweld niet leidt tot verveling, of zelfs tot versuffing, heeft alles te maken met de inventiviteit van de makers. De gevechtschoreografieën zijn niet alleen fenomenaal uitgevoerd, maar maken ook nog eens optimaal gebruik van de omgevingselementen. Elke ruimte leent zich voor verschillende aanvalstactieken en verschillende vormen van martial arts (onder meer Silat Harimau). Hierdoor krijgt de onophoudelijke stroom van vuist- en vuurgevechten voortdurend de impulsen die hij nodig heeft om niet te verzanden in een slaapverwekkende herhaling van zetten. Daarbij komt dat de adrenalineverhogende, pulserende soundtrack van Mike Shinoda (van Linkin Park) perfect samenvloeit met de dynamiek van de gewelddadige beelden.
Alleen een obligaat subplotje rond Rama en een familielid brengt nog wat menselijkheid, maar intriges blijven gelukkig tot een minimum beperkt. Het subplotje is tevens een voorzetje voor het onbetwiste hoogtepunt van de film: het driehoeksgevecht tussen Rama, Andi en Mad Dog. Tijdens deze brute ontknoping worden de fysieke capaciteiten van de acteurs pas echt ten volle benut. Het moge duidelijk zijn dat regisseur Gareth Evans met Iko Uwais, Donny Alamsyah en Yayan Ruhian de crème de la crème uit het martial-artswereldje in huis heeft gehaald. Eerder bleek een soortgelijke samenwerking succesvol uit te pakken bij de productie van Merantau. Die film gold als een visitekaartje, want zowel Evans als Uwais maakte zich kenbaar aan de cineastische wereld met dit actievehikel. Met The Raid zijn die twee namen voorgoed gevestigd.