De 3 'James Bond'-films die de franchise voor een vroegtijdige dood behoedden

De 3 'James Bond'-films die de franchise voor een vroegtijdige dood behoedden

Double-O-Seven heeft zichzelf meerdere keren gered...

Je zou het misschien niet zeggen, maar de immer populaire 'James Bond'-franchise loopt natuurlijk al meer dan 60 jaar en is in het verleden al diverse malen door het oog van de naald gekropen.

Iedere fan heeft zo zijn eigen favoriete titel en vertolker, maar niemand kan ontkennen dat drie specifieke delen voorkomen hebben dat de franchise uitstierf door hun matte voorgangers te doen vergeten en de geïnteresseerde fans weer terug naar de bioscopen te trekken.

Er zijn altijd ups en downs geweest, zowel commercieel als kritisch. Maar als onderstaande delen er niet waren geweest, is het best mogelijk dat de filmcarrière van 007 heel abrupt en veel eerder was geëindigd:

'The Spy Who Loved Me' redde Roger Moore
Na het vertrek van Sean Connery waren de verwachtingen uiteraard hooggespannen, maar zowel Live And Let Die (1973) als The Man With The Golden Gun (1974) werden niet bijzonder positief ontvangen.

Dit had onder andere te maken met het feit dat de nieuwe Bond, Roger Moore, in geen van beide openingssequenties voorkwam en de vertrouwde elementen enigszins afwezig waren. Na George Lazenby was Moore dus de tweede opvolger die niet goed aansloeg bij het publiek en de strubbelende franchise raakte hierdoor in grote moeilijkheden.

Na een, voor het eerst, iets langere productieonderbreking dan normaal, verscheen in 1977 The Spy Who Loved Me. Elk element van vroeger keerde terug, het verhaal was bombastisch, er stond veel op het spel, er kwam een flitsende auto met gadgets, de actie was non-stop en Moore speelde zelf mee in het voorfilmpje met een adembenemende skistunt.

'GoldenEye' redde het teleurstellende Dalton-tijdperk
Het lijkt haast alsof het voorbestemd was dat Timothy Dalton zou "mislukken", zodat de wanhopig zoekende producers eindelijk de moderne tijd in konden gaan wat op dat moment zo broodnodig was.

De twee inzendingen van Dalton, The Living Daylights (1987) en License To Kill (1989), vielen commercieel behoorlijk tegen en hebben, samen met A View To A Kill (de laatste van Moore uit 1985), de twijfelachtige eer om de financieel slechtst presterende films uit de franchise te zijn.

Dalton had moeite om de fans voor zich te winnen en het geheel stond op vermoeide benen. Het juridische gesteggel achter de schermen hielp ook niet mee, waardoor hij een derde optreden uiteindelijk liet zitten.

Pas zes jaar later kwam de herstart met Pierce Brosnan. Hij gaf GoldenEye (1995) een moderne pit. De druk om te presteren was enorm en ondanks de naam van 'James Bond' was er geen garantie op succes. Maar dit kwam er wel dankzij een spannend plot, geweldige bijrollen en sterke schurk.

'Casino Royale' bewees dat Bond nog steeds een toekomst had
Brosnan's laatste optreden in Die Another Day (2002) wordt gezien als het zwarte schaap van de familie. Hoewel commercieel enorm succesvol, waren fans het erover eens dat het geheel een parodie op zichzelf was geworden, met oppervlakkigheid en cartooneske actie dat meer leek op een videogame om op die manier een jonger publiek aan te spreken.

Brosnan werd daarom aan de kant gezet en via de jonge Daniel Craig probeerden de producers een doodlopende weg te ontwijken, want het imago van Bond werd beschouwd als achterhaald en seksistisch.

Met Casino Royale (2006) hoopte men daarom de zaken terug te brengen naar de realiteit en Bond naar de 21e eeuw te kunnen halen. Dit lukte.

Het resultaat was niet alleen een gefundeerd, volwassen en meeslepend meesterwerk. James Bond zelf werd ook opnieuw uitgevonden en bewijst dat hij als geheim agent tot op de dag van vandaag nog relevant is!



NieuwsFilm

meest populair