Na zijn rollen in Harry Potter and the Goblet of Fire en de vijf Twilight-afleveringen werd Pattinson op de kaart gezet. Gebrek aan privacy volgde en continue werd hij door paparazzi achternagezeten. Eerder onthulde hij al aan GQ hoe hij hen trachtte te ontwijken - door o.a. in de achterbak van een auto te duiken of van kleding te wisselen met zijn vrienden. Daarna gingen ze allemaal een andere kant op, om de fotografen op het verkeerde been te zetten.
"Mensen zeiden: 'Wat maakt het uit? Het zijn maar foto's. Leef gewoon je leven.' Maar dat is geen leven voor mij als iemand je heel de tijd observeert," zei Pattinson tegenover GQ. "Er zijn manieren om te verdwijnen. Makkelijke manieren. Maar je moet allereerst een rustig leventje leiden. Het draait allemaal om inspanning en de meeste mensen willen die moeite niet nemen."
Zulk soort privacy schendende figuren zijn gevaarlijk voor de geest, meldt hij aan The Telegraph. Maar Pattinson heeft altijd geluk gehad: "Ik had goede vertegenwoordigers en hele goede vrienden in het begin. Dus ik denk dat het gevaarlijk wordt voor mensen zonder vrienden die denken: 'O, als ik ervoor zorg dat vreemden me liefhebben, dan kan ik dat gat vullen.' En wanneer dat niet werkt wordt je tien keer zo gekker. Tussen de films door probeer ik zo min mogelijk gezien te worden. Hopelijk is het enige dat van jou in het publiekelijke oog bestaat hetgeen wat je zelf naar buiten brengt. Het gaat altijd om controle. Als de controle over je leven van je af wordt genomen, dan draai je een beetje door. Ik kan je alleen niet vertellen hoe gek ik eerst was."