Bryan Cranston, de ster uit misdaadserie Breaking Bad, heeft met het Engelse Sunday Times gesproken over zijn jeugd, welke niet al te best was. De wankelende relaties met zijn ouders Joe en Peggy, en de emotionele pijn waar hij vandaag de dag nog steeds last van heeft kwam ter sprake.

Het drama begon 49 jaar geleden, toen hij 11 jaar oud was. Vader Joe trachtte ook als acteur door te breken, maar kreeg dat niet voor elkaar en vluchtte vervolgens van huis. Zodoende liet hij Cranston en zijn oudere broer Kyle in de steek. "Hij besloot niet meer bij ons te blijven, ons te zien of een vader te zijn. Mijn moeder koos ervoor om alcoholist te worden en haar verdriet, somberheid en wrok te verdrinken. Ze leek op een geest. En niemand legde uit waarom hij vertrokken was."

Hoewel de 60-jarige Amerikaan zoetjes bezig is geweest met aardig wat projecten (waaronder Argo, Godzilla en Trumbo) beweert hij nog steeds last te hebben van zijn donkere jeugd. "Er is nog steeds een hoop pijn waar ik mee worstel. Het is erger dan als ze omgekomen waren in een auto-ongeluk, want ze waren er nog steeds lichamelijk, ergens. Tot mijn tiende waren mijn moeder en vader echt schitterend, dat is wat het zo afschuwelijk maakt. Mijn moeder pakte alles aan en mijn vader was een coach. We deden dingen samen en hij bracht ooit een ezel thuis waar we mee mochten spelen. Toen verdween het allemaal."

Na elf jaar bij zijn grootouders op de boerderij te hebben gewoond, zocht Cranston (destijds 22 jaar) samen met Kyle zijn ouders op. Het lukte ze om de problemen met hun ouders te bespreken. Zijn vader overleed in 2014. In een briefje, drie dagen voor zijn dood geschreven, liet Joe weten dat het hoogtepunt van zijn leven was toen zijn kinderen hem vergaven.