Op het IFFR van 2015 is opnieuw te zien dat de Indiase cinema zoveel meer is dan alleen de populaire cinema uit Bollywood, de filmindustrie uit Mumbai. Niet dat daar geen goede films worden gemaakt (het niet in Nederland uitgebrachte Highway was bijvoorbeeld een hoogtepunt van 2014). De rijkdom en variatie van de cinema van het op één na grootste land ter wereld (wat inwoners betreft) verdient echter meer aandacht in het westen. De handvol films die dit jaar in Rotterdam draaien zijn een stap in de goede richting, en blijken vaak kritiek op de Indiase samenleving te bevatten.
Labour of Love heeft dat niet zozeer, maar is wel mijn favoriete film van het festival. Simpele, sfeervolle slow cinema, waarin de enige gesproken woorden radioberichten zijn. Een vrouw werkt overdag, haar man werkt 's nachts. Ze zien elkaar slechts één kort moment van de dag. Terwijl de één werkt doet de andere dingen in het huis en slaapt. Ze spreken elkaar nooit, maar communiceren en drukken hun liefde uit in de kleine dingetjes die ze voor elkaar doen terwijl de ander weg is. Een geweldig geluidsdesign en prachtige beelden van hun dagelijkse rituelen, inclusief veel close-ups van kleine details. Een fantastisch debuut, dat zo'n indruk maakte dat ik de film die ik daarna had ingepland oversloeg.
[rating 5]
Om Dar-B-Dar is een héél ander soort film, die allerlei aspecten van de Indiase maatschappij, cultuur en religies persifleert. De autoriteiten waren hier allerminst blij mee en dus is de film jarenlang niet te zien of vinden geweest. Surrealistische avant-garde komedie uit 1988 die gaandeweg steeds ondoorgrondelijker wordt voor de meeste westerlingen (waaronder ikzelf), aan wie de vele culturele en religieuze verwijzingen en kritieken grotendeels voorbijgaan. Gelukkig valt er desalniettemin veel te lachen, ook als je na een tijdje de hoofdlijn van de film min of meer kwijt ben. Het segment bijvoorbeeld over het uitpoepen van diamanten op een heuvel met kikkers, de beestjes die de edelstenen opeten en de jacht daarna op hen, werkt ook zonder context.
[rating 3.5]
Titli is een Indiase indiefilm uit Bollywood. Het geld komt van de grote studio Yash Raj Films, maar het budget is zo laag dat regisseur Kanu Behl maximum freedom had, zo zei hij zelf tijdens de Q & A. Met zijn verhaal over de jongste broer van een criminele familie, die een uitweg daaruit zoekt, legt Behl een patriarchaal systeem bloot van herhaaldelijk geweld en onderdrukking, zowel fysiek als mentaal. Op indirecte wijze laat hij zien hoe deze vicieuze cirkel een negatieve uitwerking heeft op zowel mannen als vrouwen. Titli is een indrukwekkende, ingehouden schreeuw van woede en frustratie tegen dat patriarchaat, en daardoor des te krachtiger. Rauw zoals je het zelden tot nooit ziet in Bollywood.
[rating 4]
Court begon vanuit het idee een komedie te maken over de alledaagse inefficiëntie van de Indiase rechtbank, nadat regisseur Chaitanya Tamhane daar een doorsnee dag observeerde. Hij zag het gebrek aan duidelijke communicatie, de ongelooflijke traagheid, de corruptie (van politie) en meer, en wilde een komedie in de stijl van Bong Joon-Ho maken. Tijdens het schrijven en film werd het echter een serieuzere, politiek getinte film over die ineffectiviteit van het rechtssysteem en het gebrek aan aandacht voor het lot van de aangeklaagde daarin. Er is nog wel humor aanwezig, maar meer in de stijl van de Roemeense New Wave van een paar jaar geleden. Vrij droog dus, en tegelijkertijd grappig en tragisch. Kafkiaans wanhopige grappen over een absurd patroon van uitstelling: elke maand een paar minuten tijd voor elke rechtszaak.
Briljant is het einde van de voorlaatste scène van de film: in een lange take zien we de hele rechtszaal en hoe de zaak die de hele film speelt naar na het zomerreces van een maand wordt overgeheveld, op basis van nieuwe ongeloofwaardige aantijgingen aan het adres van een oude man, die al die tijd in afwachting de gevangenis in moet. Na die uitspraak verlaat iedereen de zaal, en uiteindelijk wordt zelfs het licht uitgedaan. Tamhane houdt die duistere stilte van de lege rechtbank nog even aan. Een fantastische illustratie van hoe normaal en gewoontjes dit allemaal is, die juist extra goed werkt dankzij de tijd die Tamhane neemt. Sowieso maakt hij de voortdurende verveling van de rechtbank met monotone herhaling de hele film lang goed voelbaar
Daarnaast zijn de beste scènes juist die buiten de rechtszaal, over het persoonlijke leven van de betrokkenen: de rijke advocaat die de oude man verdedigt maakt ruzie met zijn ouders, luistert naar jazz en gaat naar dure nachtclubs met live akoestische gitaarmuziek; De openbare aanklaagster haalt haar kinderen van school, moet na haar werkdag nog voor haar hele gezin koken en gaat dan naar conservatief theater. Ook de rechter blijkt aan het eind een simpel man te zijn. Tamhane laat iedereen in hun waarde en maakt van niemand de schurk van het verhaal, behalve het systeem in het algemeen.
[rating 4.5]
Kijk tijdens het festival op de speciale IFFR 2015 pagina voor meer verslaggeving.