Ontploffende tienerhoofden, ambtenaren en gemene doven [IFFR2015]

Aan pretentieloze, maar ook zeer pretentieuze films geen gebrek op het IFFR.

Vandaag doet niet Kaj van Zoelen, maar Jim Pedd verslag van het IFFR.



Op het IFFR kan je zoals bij zo ongeveer elk ander filmfestival kiezen voor zeer uiteenlopende films. Zo heb je de pretentieuze arthousefilms die je anders nooit zou zien, maar je hebt ook compleet pretentieloze films. En er zijn de films die ergens in het midden liggen en daarbij niet neigen naar moraliteit, maar ook niet naar hersenloosheid.

Het meest hersenloze vermaak dat je op IFFR kunt vinden is Takashi Miike’s As the Gods Will. Deze Japanse film volgt een groep middelbare scholieren die van het ene op het andere moment verzeild raken in een reeks gruwelijke spelletjes, die ze van de goden moeten spelen. Meedoen is hun enige kans op overleving, maar lang niet iedereen haalt het einde van de film. Ontploffende hoofden, uit elkaar gescheurde tienermeisjes en scholieren die geplet worden, allemaal gebeurt het wel eens in deze productie. Maar dieper dan dat gaat het niet. As the Gods Will is een beetje The Hunger Games, maar dan zonder de sociale commentaren. Redenen achter al het bloederige spektakel lijken er niet te zijn, waarmee deze film vooral uitblinkt in vermakelijkheid. Mooi zijn ook de verschillende goden die je te zien krijgt in de film, waaronder een gigantische ijsbeer op een snowboard en een stel matroesjka poppen.
[rating 3]

Zo’n film die een beetje in het midden ligt is Tom Harpers War Book. Hij behandelt in deze bij vlagen sterk geacteerde film een niet zo heel actuele vraag: wat als er een kernoorlog uitbreekt? Aan een groep Engelse regeringsfunctionarissen de taak een scenario na te spelen en te bespreken wat de beste reacties van hun regering zouden zijn. Harper doet meerdere pogingen om het verhaal van een diepere laag te voorzien. Naast persoonlijk drama, wordt er namelijk ook nog gehint naar een daadwerkelijke kernoorlog die zomaar binnen een paar dagen zou kunnen beginnen. Dat soort zaken leiden vooral af en komen uit de lucht vallen. Uiteindelijk is War Book geen verkeerde film, maar deze had sterker kunnen zijn als er minder randzaken waren, die zo slap uitgewerkt zijn.
[rating 3.5]

Dan is er nog een andere extreme, die heel pretentieus overkomt, maar dat niet goed overbrengt: The Tribe. De film van regisseur Slaboshpitsky volgt een dove jongen die naar een internaat voor dove kinderen gaat. Daar blijkt een hechte groep ontstaan te zijn, die hij al snel binnen weet te dringen. Omdat het dove kinderen betreft (de acteurs waren het zelf ook), wordt er niet in gesproken. De gimmick van Slaboshpitsky is dat al die gebaren niet ondertiteld worden. Daarmee kijk je dus twee uur lang naar een stel jongens en meisjes die soms wat heftig gebaren en soms ook niet. Het had inventief kunnen zijn, als het niet de hele film zo zou duren. Daar komt bij dat plotontwikkelingen wel plaatsvinden, maar moeilijk te geloven zijn, zonder enig dialoog om te onderbouwen wat er gebeurt. De film laat zien hoe noodzakelijk goed dialoog soms is, om bijvoorbeeld een band te tonen die ontstaat tussen personages, maar ook om ontwikkelingen geloofwaardig over te brengen. Zo weet de hoofdpersoon, die aan het begin van de film vooral een ietwat onzeker jochie lijkt te zijn, al snel op te klimmen binnen de criminele rangorden die binnen het instituut heersen. Die ontwikkeling komt niet geloofwaardig over en dat doet af aan The Tribe. En dan heb je nog de vele herhalingen van gebeurtenissen en voorspelbaarheid, die ook vervelend wordt. Je ziet precies aankomen wat er zal gaan gebeuren. En sommige zaken worden wel heel vaak herhaald, zoals hoe twee tienermeisjes in een busje naar een vrachtwagenstandplaats gebracht worden en zich daar laten gebruiken voor de vele chauffeurs, die allemaal zonder twijfelen toehappen. Deze ongeloofwaardigheid en herhalingen maken The Tribe geen sterke film.
[rating 2]

Kijk tijdens het festival op de speciale IFFR 2015 pagina voor meer verslaggeving.



NieuwsFilm

meest populair