Begin jaren tachtig staat er een jonge generatie Taiwanese filmmakers op, die een nieuw soort (Aziatische) films gaat maken. Zij komen in opstand tegen de dan in Taiwan dominante melodrama traditie, en verkrijgen internationaal naam en faam dankzij hun opmerkelijke en originele stijl met onder andere opvallende kadrering en lange takes. Deze verjonging van de Taiwanese film wordt New Taiwanese Cinema of Taiwanese New Wave genoemd. Onder de noemer 'Made in Taiwan' draaien er in het subprogramma Signals Regained een aantal van deze bijzondere New Wave films in Rotterdam, naar aanleiding van de documentaire Flowers of Taipei.
Het programma is samengesteld door Chinlin Hsieh, niet toevallig ook de regisseur van Flowers of Taipei. Deze documentaire gaat niet alleen over de Taiwan New Cinema regisseurs die vanaf 1982 de culturele identiteit van Taiwan vormgeven, maar ook over de invloed daarvan wereldwijd. Critici en filmmakers van over de hele wereld komen aan het woord over wat deze films en makers voor hen betekenen. De twee grootste namen die telkens terug keren zijn Edward Yang en Hou Hsiao-Hsien. Volgens sommigen ligt de focus in de docu teveel op hen, maar eigenlijk is het logisch dat er veel aandacht uitgaat naar het duo dat niet alleen toen de grootste hand had in het internationaal op de kaart zetten van Taiwan, maar ook in de decennia daarna nog fantastische films maakte.
The Boys from Fengkuei is in 1983 de eerste echte New Wave film van Hou Hsiao-Hsien, die daarvoor enkele commerciëlere komedies maakte. Waar Edward Yang de gevolgen van de recente economische boom vooral in stedelijke vervreemding weergeeft, is deze in Hou's vroege films vooral terug te zien in het contrast tussen stad en platteland. Dat culturele verschil is ook in deze film te zien. De vier jongens uit Fengkuei verruilen in de loop van de film een vissersdorp op een klein eilandje voor Kaohsiung (na Taipei de grootste stad van Taiwan). Daar blijkt het leven anders te zijn, onder meer een stuk drukker en kapitalistischer.
Deze veranderingen vallen mooi samen met de eerste pogingen van de tieners om volwassen te worden. Verliefd worden op dezelfde meid betekent nu niet meer met zijn allen een versierdans uitvoeren voor het meisje (een lyrisch én hilarisch hoogtepunt) maar ieder voor zich. Zo trekken er nog meer externe krachten aan de vriendengroep. Dat Hou net hiervoor een aantal komedies had gemaakt is terug te zien in een aantal grappige scènes, en de ietwat komische toon van de gevechten tussen bendes. Tegelijk is in de bijzondere kadrering al de toekomst van Hou als filmmaker te zien, vooral door wat hij niet laat zien en hoe het stadsleven scherp wordt geobserveerd.
[rating 4]
The Sandwich Man wordt door sommigen gezien als het startpunt van de Taiwan New Cinema omdat de film het in 1983 goed deed bij zowel de critici als de kassa. Een zogenaamde 'portmanteu film', die bestaat uit drie korte films van Hou Hsiao-Hsien, Wan Jen en Zeng Zhuang Xiang. Allemaal gebaseerd op verhalen van Huang Chan-Ming. Alle drie spelen zich af in de jaren zestig, en in alle drie speelt het hebben of (ver)krijgen van geld een belangrijke rol. Waarmee het een treffend tijdsbeeld geeft van een veranderende maatschappij onder de invloed van het daar nieuwe kapitalisme.
De eerste short, The Son's Big Doll van Hou Hsiao-Hsien, is zeer ontroerend. Een man wordt clown met reclame om zijn nek om zijn vrouw en pas geboren baby te kunnen onderhouden, maar wordt daar depressief van. Chaplin zonder de slapstick. In de tweede en derde short wordt de invloed van Japanse commercie en van de Amerikaanse militaire aanwezigheid scherp en humoristisch weergegeven. Een uitstekende thematische trilogie, die naar meer smaakt. De mooie 35mm kopieën verkeren in prima staat, en zijn een lust voor het oog van elke filmliefhebber. De rest van dit prachtige subprogramma draait deze week nog in Rotterdam, een buitenkansje.
[rating 4]
Kijk tijdens het festival op de speciale IFFR 2015 pagina voor meer verslaggeving.