De omstreden film The Passion of the Christ over het lijden en sterven van Jezus is in de Verenigde Staten al bij voorbaat een succes. Het epos van regisseur Mel Gibson is vanaf woensdag in 4000 bioscopen te zien, terwijl eerder op 2500 zalen was gerekend.

De film gaat in première op Aswoensdag, het begin van de veertigdagentijd, de periode voor Pasen waarin christenen zich traditiegetrouw bezinnen op het leven en sterven van Jezus. In The Passion of the Christ brengt Gibson de laatste uren van Jezus' leven zeer realistisch in beeld.

Joodse en sommige christelijke groepen vrezen dat de film onbedoeld antisemitisme in de hand werkt, doordat de joden de schuld voor Jezus' kruisdood in de schoenen geschoven krijgen. Evangelicale organisaties zien in The Passion of the Christ echter een prima middel om mensen met het evangelie te bereiken.

Ter verdediging voerde Gibson in een televisie-interview aan dat hij slechts een getrouwe weergave van de evangeliën heeft willen brengen en niemand verantwoordelijk stelt voor Jezus' dood. ,,Christus is gestorven voor onze zonden, en door zijn wonden worden wij genezen. Daar gaat de film over.''

John Dominic Crossan, hoogleraar religiestudies aan de rooms-katholieke De Paul Universiteit in Chicago, hekelt het gebrek aan historische context in de film. Doordat Gibson niet laat zien hoe een menigte joden Jezus juichend inhaalde in Jeruzalem, lijkt het alsof alle joden tegen Hem waren.