Het IFFR is van oudsher een filmfestival van ontdekkingen. Vrijdag schreef ik nog over hoe Miike Takashi ooit werd ontdekt op het IFFR en hoe Scorsese een film heeft draaien over het ontdekken zelf. Ook dit jaar draaien er weer veel films van beginnende filmmakers die mogelijk de grote namen van de toekomst zullen zijn. Daarnaast draaien er ook altijd oude (en soms onterecht vergeten) films die hernieuwde aandacht verdienen. Vandaag heb ik het over een voorbeeld van beide, Sudoeste, de eerste lange speelfilm van de Braziliaan Eduardo Nunes, en Traité de bave et d'éternité uit 1951, de enige film van de Letteristische Fransman Isodore Isou.
Sudoeste is Portugees voor zuidwest. Het zuidwesten van Brazilië bestaat echter niet. De film speelt in een soort magisch-realistische wereld waarvan nooit echt duidelijk wordt waar of wanneer we ons bevinden. In dit mysterieuze land sterft een zwangere jonge vrouw waarna een oude vrouw de baby meeneemt. Over de lengte van één dag wordt deze baby een kind, een tiener, een volwassen vrouw, zwanger en een oude vrouw. Terwijl voor de meeste personages de dag er eentje als alle anderen is, krijgt Clarice alle fases van het leven voor haar kiezen, en langzamerhand krijgt ze door dat er iets niet helemaal normaal is.
Regisseur Eduardo Nunes wordt nu al vergeleken met de Hongaar Bela Tarr vanwege de strakke, schone zwart-wit cinematografie, mooie composities waarbij afgebladderde muren zo nu en dan een belangrijke rol spelen, een rustig tempo en een sound design waarin nadruk wordt gelegd op het geluid van wind en regen. De haast hypnotische beelden en geluiden scheppen een bijna dromerige sfeer die het aparte, cyclische verhaal pas echt bijzonder maken, los van de eventuele betekenis of symboliek. De mooie, lome vorm past bij de tragiek en geeft er een poëtische lading aan die het een zeer geslaagd langspeelfilm debuut maakt dat smaakt naar meer van Nunes in de toekomst. Een waardig Tiger kandidaat.
[rating 4]
Traité de bave et d'éternité is in wezen een Letteristisch filmmanifest. De Letteristen wilden alle vormen van kunst veranderen door ze eerst te vernietigen, en dit is de poging van auteur, poëet en kunstenaar Isidore Isou, die halverwege de twintigste eeuw van mening was dat film zijn maximale potentieel wel had bereikt en 'te dik' was geworden. Filmtaal moest opnieuw uitgevonden worden, en daarvoor moest het eerst volledig afgebroken worden. Letteristische poëzie bestaat uit onlogische combinaties letters en klanken, ritmisch uitgesproken om een nieuwe, pure gevoelstaal te creëren en dat is wat Isou met film probeerde te doen. Het resultaat is een film waarvan de ideeën achter en in de film eigenlijk interessanter zijn dan de uitvoering zijn.
Desalniettemin is het een zeer bijzondere film, waarin Isou bewust geluid en beeld van elkaar scheidt en dat twee uur lang. Niet elke sectie is even boeiend, maar het begin alleen al is eigenlijk een verplichting voor iedereen met een interesse in avant-garde cinema. De invloed op mensen als Stan Brakhage en soortgenoten is onschatbaar. De film opent met een zwart scherm en geschreeuwde Letteristische poëzie, en als er eenmaal een ritme inzit gaat het volume zachter en wordt dit bijna muzikale geluid voortdurend herhaald op de achtergrond. Eerst is het schokkend, dan irritant maar als het eventjes stil is ga je het bijna missen.
De meeste mensen zullen ondertussen al na vijf minuten afhaken, terwijl dan pas het 'manifest gedeelte' begint. Isou zelf loopt door Saint Germain te Parijs (volgens de begintitels door hemzelf gecreëerd, want alles is origineel) en we horen alter ego Daniel zijn idee voor deze film oplepelen en uitgejouwd worden door een vijandig publiek in een of ander café of club die we nooit zien. Isou maakt daarbij ook flink gebruik van humor en zelfspot, terwijl tegelijk zijn ego ontzettend groot blijkt. Het is het begin van een vermoeiende, moeilijke maar uiteindelijk toch ook zeer fascinerende film, waarin het idee film wordt afgebroken en opgebouwd.
[rating 4]