We zijn er weer bij en dat is prima! De 41ste editie van het IFFR mag dan duurder zijn dan ooit tevoren, zo lijkt het tenminste, op het gebied van het programma is er weinig veranderd. Veel Aziatische films, veel beginnende en jonge filmmakers, obscure retrospectieven en een handvol grote titels waarvan een deel eerder op festivals in Cannes en Venetië draaide en een paar kans maken op Oscars eind februari. Daarom is het toepasselijk dat mijn eerste dag bestond uit The Day He Arrives, de nieuwste van de Koreaan Hong Sang-soo, het knotsgekke Ace Attorney van festivalfavoriet Takashi Miike en Oscar kanshebber Hugo.
The Day He Arrives is een charmante tragikomedie over een filmmaker die geen filmmaker meer is. De regisseur is een paar dagen terug in hoofdstad Seoul en beleeft daar een serie ontmoetingen met oude bekenden en mooie vrouwen. In zacht zwart-wit overkomen hem telkens variaties op dezelfde gebeurtenissen in dezelfde locaties, en gaat hij een curieuze affaire aan met een vrouw die net lijkt op de vrouw met wie hij aan het begin van de film een relatie definitief afsluit. Veel gesprekken en drinkgelag, zonder dat duidelijk wordt of de situaties nu telkens herhaald worden of dat het nieuwe belevingen zijn. In de voice-over wordt alles als nieuw beschouwd, maar enkele dialogen geven aan dat de hoofdpersoon toch enige continuïteit ervaart. In zekere zin reflecteert Hong hiermee hoe films worden opgebouwd uit verschillende scènes en opnames, want het lijkt soms net of men scènes een aantal keer op verscheidene manieren heeft uitgeprobeerd en vervolgens alle opnames in de film heeft verwerkt. Een prettige manier om het festival mee te beginnen.
[rating 4]
Miike Takashi brak een decennium terug mede dankzij het IFFR internationaal door, waar een aantal van zijn films toen voor het eerst in het westen te zien waren (zoals Audition en Dead or Alive). Sindsdien maakte hij een tijdlang tussen de vier en zeven films per jaar. Nu keerde hij in persoon terug om de wereldpremière van Ace Attorney bij te wonen, een bizarre verfilming van het populaire Japanse computerspel. De maffe kapsels en maniertjes zijn duidelijk direct uit de game getransporteerd, net zoals de personages en het overdreven gecompliceerde verhaal waarin rechtszaken uit alle vijf de spellen met elkaar worden gecombineerd. Om de procedures in de rechtszaal interessant te houden gebruikte Miike allerlei hilarische foefjes en animaties om de aandacht vast te houden. Zoals de film boordevol zit met zijn typische, krankzinnige humor die al het gebakkelei in de rechtszaal tot topvermaak maken. Je zou het van te voren niet denken, maar in handen van de gekke Miike is de filmversie van een spel waarin je een rechtszaak moet oplossen de beste gameverfilming tot nu toe geworden. Na afloop volgde nog een leuke Q & A met de regisseur waaruit o.a. duidelijk werd dat Miike zijn recente periode van wat minder gewaagde films juist als nieuw terrein beschouwd en dat zijn volgende film alweer klaar is voor distributie in Japan. Alleen op het IFFR maak je iemand als Miike mee.
[rating 4]
Als afsluiter van de dag een film die binnenkort juist overal te zien zal zijn, maar daarom niet minder bijzonder is. Hugo is Martin Scorsese's nieuwste hoogvlieger, een wonderschone ode aan de magie en historie van film in 3D. Door het kinderboek The Invention of Hugo Cabret te verfilmen laat hij zien een meester in het gebruik van gloednieuwe digitale 3D technologie te zijn terwijl hij tegelijk de analoge stille film in het zonnetje zet en ons laat zien en voelen waarom we die oude films niet mogen vergeten. Hugo Cabret is een weesjongen die in het treinstation van Parijs woont en daar de uurwerken draaiende houdt. Hij ontmoet er een meisje wier peetvader George Méliès blijkt te zijn. Via de ogen van de kinderen ontdekken wij de wonderen van de cinema in een sprookjesachtig avontuur dat prachtig in beeld is gebracht door Scorsese en cameraman Robert Richardson. Het is geen wonder dat Hugo voor bijna alle technische Oscars is genomineerd want het is een fantastisch verzorgde film die zowaar zo nu en dan interessante 3D-composities bevat, hoewel het kijkdoos-effect op andere momenten weer de kop op steekt en het soms erg afleidend is. Al met al is het een mooie ode aan film die goed past in het eerbiedwaardige oeuvre van Scorsese.
[rating 4.5]