Het was de bedoeling om na afloop terug te blikken op het festival, maar door mijn griep heb ik er helaas slechts enkele dagen van kunnen meemaken. Gelukkig kon ik dankzij een goede voorbereiding wel over de films op het festival rapporteren de afgelopen week, en was ik afgelopen zaterdag weer voldoende hersteld om het einde van het Imagine: het 26ste Amsterdam Fantastische Film Festival bij te wonen. Ik zag het vervolg op de publieksfavoriet van twee jaar terug, de prijsuitreikingen en de slotfilm.
[Rec] 2 is het vervolg op de zeer populaire Spaanse zombiehorrorfilm [Rec] die twee jaar terug furore maakte op zowel het IFFR als het AFFF, waar het toen de Silver Scream Award won, de publieksprijs van het festival. De actie gaat verder waar die in de eerste film ophield, op dezelfde avond nog wordt een kleine ME-eenheid het afgesloten gebouw in gestuurd met de dokter die de baas is over de quarantaine van het gebouw. Al snel blijkt hij niet te zijn wie hij zegt dat hij is en blijkt [Rec] 2 een ander soort film te zijn dan deel één.
Er is nog steeds het perspectief vanuit een cameraman, dit keer politieman Rosso, maar de film is meer gericht op actie dan spanning en introduceert een nieuwe mythologie die in deel één nauwelijks aan de orde was. Het perspectief wordt ook nog eens veranderd als een stel tieners met hun eigen camera het appartementencomplex binnendringt. Regisseurs Balagueró en Plaza wisten dat ze de verrassing en angst van de eerste film niet konden dupliceren en kozen er verstandig voor om in dezelfde setting een andere richting in te slaan. Het levert niet een even sterke film op, maar gelukkig ook geen slappe herhaling van zetten.
[rating 3.5]
Voordat de slotfilm van het festival werd vertoond reikte artistiek directeur Phil van Tongeren eerst de nodige prijzen uit. De Black Tulip, de juryprijs van Imagine, ging naar de Hongaarse film The Seventh Circle (Frank schreef hier over de film). Elk Europees fantastisch filmfestival nomineert Europese films voor een hoofdprijs door ze de Zilveren Méliès te geven, wat een kans op de Gouden Méliès oplevert, die in oktober in Spanje wordt uitgereikt. De Zilveren Méliès voor de korte fantastische film ging naar de Nederlandse productie Pivot, die aansluitend werd vertoond en mij vooral het gevoel gaf dat de afkomst van de makers doorslaggevend was bij de keuze. De Zilveren Méliès voor lange fantastische speelfilm ging naar het Hongaarse Transmission, wel een goede keuze. Beide Hongaarse filmmakers konden i.v.m. de IJslandse as niet aanwezig zijn, maar Roland Vranik had een sympathieke videoboodschap opgestuurd die werd vertoond in de zaal. De Silver Scream Award ging dit jaar naar de prachtige openingsfilm Mary and Max, waar ik in het eerste artikel over dit festival schreef. Ten slotte meldde Phil van Tongeren dat er met 15.000 bezoekers 2.000 meer waren dan vorig jaar, een flinke vooruitgang dus. En toen was het eindelijk tijd voor:
Centurion, Neil Marshalls nieuwste. De maker van Dog Soldiers, The Descent en Doomsday probeert weer een nieuw genre: het historische epos hoewel het meer een achtervolgingsfilm is. In 117 na Christus trekt het Romeinse Negende Legioen in de Schotse Hooglanden ten strijde tegen de Picten, die al tijden met guerrillatactieken Romeinse overheersing hebben afgeweerd. Na een decimering van de Romeinse strijdmacht vlucht een kleine groep overlevenden onder leiding van centurion Quintus Dius voor hun leven. Een aantal Picten zet de achtervolging in, aangevoerd door de tongloze, angstaanjagende Etain die volgens de locale mythes half mens half wolf is.
Er wordt heel wat bloed vergoten en ledematen, hoofden en kelen komen regelmatig zichtbaar in contact met scherpe metalen objecten die daar met kracht tegenaan gezet worden. Het is allemaal niet zo hard en bruut als bijvoorbeeld Valhalla Rising, maar net als in die film zijn de Schotse locaties sfeervol in beeld gebracht en ziet de film er prachtig uit. Michael Fassbender (Inglourious Basterds, 300, Hunger) is uitstekend in de hoofdrol, maar Olga Kurylenko steelt de show als de zwijgende (en soms schreeuwende) Etain. Sowieso zijn de Picten eigenlijk interessantere figuren dan de Romeinen die wij volgen, en dat is jammer. Mede hierdoor is het einde nogal teleurstellend, hoewel dat ook vooral te maken heeft met een plotse sentimentaliteit die niet bij de rest van de film past. Centurion biedt simpel vermaak zonder veel fratsen of verhaal en doet dat prima tot de laatste tien tot vijftien minuten die toch een bittere nasmaak geven.
[rating 3.5]