De eerste film, Divergent uit 2014, geregisseerd door Neil Burger, was een financieel succes met een wereldwijde opbrengst van $288 miljoen. De opvolger Insurgent uit 2015, onder regie van Robert Schwentke, deed het nog beter met $297 miljoen. Maar vanaf het derde deel, Allegiant (2016), begon de serie af te glijden.
Splitsing
Lionsgate besloot het laatste boek in twee films te splitsen, zoals eerder succesvol was gedaan met Harry Potter en The Hunger Games. Helaas sloeg deze strategie voor Divergent de plank mis. Allegiant kreeg kritiek op de zwakke plot en visuele effecten, wat leidde tot een teleurstellende opbrengst van $179 miljoen.
Hoofdrolspelers Shailene Woodley en Theo James deden hun best om de reeks overeind te houden, maar konden het dalende enthousiasme niet keren. De plannen voor een vierde film, Ascendant, werden uiteindelijk geannuleerd. Zelfs een tv-serie als mogelijke afsluiting stuitte op weinig animo van cast en publiek.
Wisseling van regisseurs
De productie van de films werd geplaagd door haastige planning en wisselingen van regisseurs. Neil Burger stapte na de eerste film op, waarna Schwentke het overnam. Dit gebrek aan consistentie droeg bij aan de afnemende kwaliteit van de serie.
Hoewel de boekenreeks van Veronica Roth geliefd was, wisten de films de kritische ontvangst van bijvoorbeeld The Hunger Games niet te evenaren. Waar de eerste film nog 42% scoorde op Rotten Tomatoes, kelderde dit bij Allegiant naar een schamele 11%.
Onbevredigend
De Divergent-serie laat een onvoltooid en onbevredigd gevoel achter bij fans. Wat ooit begon als een veelbelovende franchise met boeiende ideeën, eindigde in een halfslachtig experiment. Een les voor Hollywood: meer is niet altijd beter.