Katharine Hepburn (96) overleden

De Amerikaanse actrice Katharine Hepburn is zondag op 96-jarige leeftijd overleden in haar woonplaats Old Saybrook in de Amerikaanse staat Connecticut.

Hepburn werd algemeen beschouwd als een van de grootste actrices uit de Amerikaanse film- en toneelgeschiedenis. Nadat bekend was geworden dat ze was overleden verzamelden zich bij haar huis in Old Saybrook tientallen mensen. Op Broadway worden de lichten dinsdagavond om 8 uur korte tijd gedimd ter nagedachtenis aan Hepburn. Elizabeth Taylor zei in reactie op haar dood te geloven dat alle actrices in de hele wereld met bewondering naar Hepburn opkeken en president George Bush noemde haar een artistieke kostbaarheid.

Hepburns filmcarrière omvatte zestig jaar. Ze was twaalf keer genomineerd voor een Oscar en won er vier, voor Morning glory (1933), Guess who's coming to dinner (1967), The Lion in Winter (1968) en On golden pond (1981). Vier jaar geleden riep het Amerikaans Filminstituut haar nog uit tot beste actrice uit de Amerikaanse filmgeschiedenis.

Hepburn, afkomstig uit een rijke, progressieve familie, speelde vaak sterke, onafhankelijke vrouwen, en zo'n vrouw was ze zelf ook. Zij was een filmster die zich bij voorkeur kleedde in trui en joggingbroek en zelden een blad voor de mond nam. Haar carrière begon op het toneel. Een rol in een Broadway-musical leidde begin jaren '30 tot een aanbod uit Hollywood. Haar eerste film, A bill of Divorcement (1932), maakte meteen een ster van haar. Reeds voor haar derde film, Morning Glory, mocht Hepburn haar eerste Oscar in ontvangst nemen. Na enkele jaren, waarin ze onder andere in Bringing up Baby speelde, belandde haar filmcarrière in een dip, maar in 1940 kwam ze terug met The Philadelphia story.

Ondanks haar succes als filmactrice heeft Hepburn het toneel nooit in de steek gelaten. In 1976 brak ze haar enkel toen ze in A Matter of Gravity speelde. Van opgeven wilde ze niet weten: in een rolstoel speelde ze verder. Op 77-jarige leeftijd begon ze aan een carrière als schrijfster. Haar eerste boek, dat een bestseller werd, ging over het maken van The African Queen. De ondertitel zegt alles over de inhoud: How I went to Africa with Bogart, Bacall and Huston and almost lost my mind. In 1991 volgden haar memoires.

Hepburn is één keer getrouwd geweest: van 1928 tot 1934, met Ludlow Ogden Smith. 'Ik geloof niet in het huwelijk', zei ze daar later over. 'Het is verdomd onpraktisch om lief te hebben, respect te hebben en te gehoorzamen. Als dat niet zo was, hoefde je geen contract te sluiten.' De liefde van haar leven was de in 1967 overleden acteur Spencer Tracy, met wie ze negen films maakte, waaronder Woman of the year (1942).

Hepburn kampte de afgelopen jaren met diverse gezondheidsproblemen. Ze kreeg een kunstheup en leed aan een ziekte vergelijkbaar met Parkinson. In 1990 zei ze in een interview met het persbureau AP: 'Ik ben langzaam aan het desintegreren, zoals dat heet. Ik ben niet bang voor wat hierna komt. Ik ben niet bang voor de hel, en ik heb ook niet bepaald zin in de hemel.'

'Er komt een periode in je leven dat mensen erg aardig tegen je gaan doen. Ik vind dat niet erg. Sterker nog, ik doe ook aardig tegen hen. Ik ben een gekmakend irritant persoon, en ik heb ze allemaal jarenlang geïrriteerd. Maar nu beginnen ze volgens mij te denken dat ik er niet meer zo lang zal zijn. Straks gaan ze me nog missen.'



NieuwsFilm

meest populair