In 2007 maakten hij en goede vriend Robert Rodriguez hun passieproject Grindhouse, welke bestond uit twee films. Aan de ene kant had je Rodriguez' Planet Terror en aan de andere kant Tarantino's Death Proof.
Grindhouse presteerde ondermaats aan de kassa waarna Death Proof nog als een op zichzelf staande titel werd uitgebracht, maar dit ging amper beter. Er werd $31 miljoen dollar opgehaald waardoor het budget van $30 miljoen dollar nauwelijks werd terugverdiend. Vanwege deze mislukking beschouwt Tarantino Death Proof dan ook als zijn slechtste film.
Slaafje van Hollywood
In een recent interview met Diari ARA vertelt hij hoe dit alles zijn zelfvertrouwen als regisseur schaadde: "Na 'Death Proof' kreeg mijn zelfvertrouwen een enorme dreun. Ik dacht dat mensen misschien waren uitgekeken op mijn originele verhalen. Toen moeten de hoge heren waarschijnlijk gedacht hebben dat dit het moment was om mij in te palmen. Begrijp me niet vekeerd, er is niets mis met het maken van films in opdracht voor Hollywood. Ze boden me altijd wel interessante projecten aan, maar ik investeerde liever in mezelf".
Dus in plaats van zich in te laten huren als regisseur die braaf doet wat een studio zegt, herpakte Tarantino zich en bleef eigen verhalen vertellen.
Zoals bekend resulteerde dit in één van de grootste hits uit zijn carrière: Inglourious Basterds (2009), gevolgd door het eveneens sterke Django Unchained (2012).